Duurzaamheid is voor veel banken een belangrijk beleidsonderdeel. Daarbinnen kiezen banken vaak hun eigen richting, maar er blijft genoeg ruimte over voor samenwerking met concullega’s. Wat kunnen zij van elkaar leren? Aan het woord is Irina van der Sluijs van ASN Bank, trekker van het Platform voor Leefbaar Loon (PLWF), waar banken en andere financiers samenwerken.
Waarom een samenwerking op (alleen) leefbaar loon?
Van der Sluijs: “Leefbaar loon is een universeel mensenrecht, dat minstens drie doelen raakt van de SDG’s (Sustainable Development Goals, red.). Leefbaar loon is niet hetzelfde als een minimuminkomen; een leefbaar loon stelt iemand in staat om in zijn eigen onderhoud voorzien en in dat van zijn gezin. Waarom onze focus op juist dat ene mensenrecht? Dat heeft twee redenen. Enerzijds omdat uit veel onderzoek blijkt dat als het leefbaar loon verbetert, dat ook een positief effect heeft op andere (schendingen van) mensenrechten. Met een leefbaar loon hoeft een werknemer in wat voor aanvoerketen dan ook - kleding, elektronica, agri - niet meer excessief over te werken. Of zijn kinderen uit werken te sturen. Het hele gezin komt dan uit de armoedespiraal.”
“Anderzijds gaat leefbaar loon over geld. Over waarde. Iets wat banken en financiers aanspreekt. Dus toen ASN Bank, Triodos IM en pensioenverzekeraar MN - de founders van het Platform Living Wage Financials (PLWF) - in 2016 om de tafel gingen zitten, was de keuze voor leefbaar loon snel gemaakt. Een focus op leefbaar loon geeft financiers bovendien de kans om ‘handen en voeten te geven’ aan de S van ESG. Dat staat voor Environmental, Social & Governance, de term die investeerders gebruiken voor duurzaamheidsaspecten van bedrijven.”
Hoe was jullie aanpak als platform?
“We besloten om in eerste instantie te gaan méten. Hoe scoren bedrijven die wij financieren of die bij ons beleggen op leefbaar loon in de keten van (specifiek) de kledingindustrie? Hoe gaan ze om met lonen en wat doen ze om die te verbeteren, bijvoorbeeld lokale vakbonden steunen? Onze meting gebeurt volgens een methodologie die we samen met accountant Mazars ontwikkelden. Deze ‘meetlat’ gaat diep in op juist dit arbeidsrecht en maakt een diepe analyse. Op basis daarvan gaan we de dialoog aan met die bedrijven -in die fase zijn we nu.”
“Het mooie daarvan is dat je op basis van die analyse ook écht een goed gesprek kunt voeren. En omdat je het over één mensenrecht hebt, kun je maatwerk verrichten. Partijen aan de andere kant van de tafel - de bedrijven - zijn eigenlijk wel blij met de interesse van financials op dit thema, en dat wij hierop samenwerken, want dat is efficiënter overleggen.”
Wat zijn de vervolgstappen?
“Dit jaar gaan we twee dingen doen: onze methodologie in één lijn brengen met de internationale VN-standaarden en daarnaast uitbreiding van het aantal financials dat deelneemt aan ons platform. Op onze ‘interne’ kick off - begin maart - meldden zich al twee nieuwe deelnemers, a.s.r. en Achmea IM. Middels een symposium bij MN op 27 september willen we meer grote banken en (pensioen)verzekeraars informeren en betrekken bij ons platform. Samen meten. Samen optrekken naar investees en klanten - het werk verdelen dus. Maar het belangrijkste is: er zijn al goede stappen gezet op het vlak van bijvoorbeeld klimaatverandering, maar wat minder nog op het vlak van internationale mensenrechten.
Veel banken vragen zich af hoe zij de S van ESG kunnen vormgeven. Dat kan op dit platform! Het wordt ook steeds gewoner dat investeerders met bedrijven de dialoog aangaan over mensenrechten. Zeker in hoger-risico-sectoren is men dat inmiddels wel gewend. In opkomende markten is ook vaak te weinig overheidsbemoeienis om wetgeving op sociaal of milieugebied hoog te houden. Dan is het echt aan financials en hun klanten/investees om die verantwoordelijkheid een stukje over te nemen. Iets waar banken zich ook in het Bankenconvenant aan committeren.”
Dit artikel is eerder verschenen in Bank|Wereld van de Nederlandse Vereniging van Banken.