Scheidend DNB-bestuurder ontwaart indicatoren voor nieuwe crisis

25 juni 2018 Banken.nl 3 min. leestijd

Na een termijn van zeven jaar neemt Jan Sijbrand afscheid van De Nederlandsche Bank (DNB) als directeur Toezicht. Vooruitkijkend naar de toekomst signaleert hij drie voorboden van een nieuwe financiële crisis: de roep om meer proportionaliteit in regelgeving, het relatief hoge aantal bedrijfsleningen met een lage kredietwaardigheid en fragmentatie van het toezicht.

Jan Sijbrand trad gelijktijdig met Klaas Knot toe tot het bestuur van DNB, zeven jaar geleden. Waar de nog relatief jonge Knot onlangs liet weten graag een nieuwe termijn te accepteren, besluit Sijbrand (63) dat het mooi geweest is en kondigt aan met pensioen te gaan. In zijn afscheidstoespraak vorige week ging hij in op de turbulente periode die achter ons ligt - met onder meer de nationalisatie van SNS, de privatisering van ABN AMRO en de splitsing van ING en NN - maar keek hij ook vooruit. Volgens Sijbrand zijn er drie indicatoren die wijzen op een nieuwe crisis, waarvan niemand nog weet wanneer en hoe heftig deze zal zijn.

Nadruk op groei

De eerste voorbode volgens Sijbrand is de roep om meer proportionaliteit. Nu de financiële sector de wind hoofdzakelijk in de zeilen heeft, klinkt vanuit de sector regelmatig de roep om de teugels wat te laten vieren. De zaken lopen goed en de bankensector - in elk geval de Nederlandse - bevindt zich in relatief rustig vaarwater. “Dan komt de vraag op of alle regels nog nodig zijn”, zei hij onlangs naar aanleiding van een onderzoek van DNB naar neveneffecten van regelgeving.

“De nadruk ligt niet langer op de regels, op het verbeteren van de veiligheid van de sector. Het is weer verschoven naar banen, naar groei. Op dit soort momenten zullen we een steeds grotere roep zien voor meer proportioneel toezicht. Dit gebeurt al, vergezeld van bezorgde uitspraken over de stijgende kosten van het toezicht…”

Gevaarlijke bedrijfsleningen

Een tweede indicator voor het uitbreken van een nieuwe crisis is de hoeveelheid bedrijfsleningen met een lage kredietwaardigheid. Beleggers zijn altijd op zoek naar de hoogste rendementen. Door de lage rentetarieven zijn veel beleggers de laatste jaren uitgeweken naar hefboomleningen (leningen verstrekt aan ondernemingen die al diep in de schulden zitten) en risicovolle obligaties. De rentes lagen hier een stuk hoger, maar een ijzeren beleggingswet luidt nu eenmaal: hoe hoger het rendement, hoe hoger het risico.

De onderhandelingspositie van leningnemers in het bedrijfsleven is de afgelopen jaren daardoor flink toegenomen, ten koste van de positie van beleggers. Volgens Sijbrand is dit verschijnsel “altijd een gevoelige indicator voor de kredietcyclus.”

Gefragmenteerd toezicht

Ten slotte waarschuwt Sijbrand voor de nadelige gevolgen van gefragmenteerd toezicht. Door ervan uit te gaan dat ‘de ander’ wel toezicht zal houden, kan het zomaar gebeuren dat er uiteindelijk niemand toezicht houdt op een bepaalde onderneming of product. Goed samenwerken en heldere afspraken maken is de sleutel. Sijbrands: “Bij de vorige crisis glipten de asset backed securities erdoor, ergens tussen het beheer van marktrisico en kredietrisico. Momenteel gebeurt er iets vergelijkbaars bij de marktinfrastructuur. Vooral de centrale tegenpartijen vallen tussen het prudente toezicht en het toezicht op betalingsdienstverlening in.”

“We moeten alert blijven op potentiële nieuwe risico's. Dus zie je een staart om de hoek steken, dan kan ik niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is aan die staart te trekken. Dikwijls zal het een muis zijn, maar soms kan het zomaar een draak zijn”, besloot Sijbrand.