Privacywaakhond weigert banken nieuwe wapens tegen witwassen

16 januari 2020 Banken.nl 4 min. leestijd

Nederlandse banken kunnen hun antiwitwas-activiteiten momenteel niet verder aanscherpen met behulp van toegang tot publieke registers. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) geeft minister Hoekstra van Financiën en de banken geen goedkeuring voor het gebruik van BSN-nummers voor identificatie noch toegang tot de Basisregistratie Personen en het UBO-register.

Nederlandse banken lijken veelal achter de feiten aan te lopen in de strijd tegen illegale geldstromen. Dat komt mede door het gebrek aan bruikbare informatie op basis waarvan banken moeten bepalen of iemand al dan niet kwaad in de zin heeft. Momenteel heeft de strijd veel weg van een potje schaken in het donker. Het kabinet wil de banken meer mogelijkheden geven, maar moet daarvoor eerst langs de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), die toeziet op naleving van privacyregels in Nederland. Die geeft aan dat het kabinet de noodzaak tot nieuwe bevoegdheden beter moet onderbouwen. 

Potentiële stukjes van de puzzel

Hoekstra vroeg de AP om mogelijkheden voor de inzet van drie middelen, waarmee de identiteit van nieuwe en bestaande klanten nauwkeuriger kan worden vastgesteld. Dat zijn achtereenvolgens het gebruik van het Burgerservicenummer, het gebruik van de Basisregistratie Personen en toegang tot het UBO-register. In essentie zijn het allemaal potentiële puzzelstukjes, die bij kunnen dragen tot een compleet beeld van een klant. Als zodanig kunnen deze zaken een belangrijke rol spelen in een al dan niet succesvolle aanpak van witwassen en terrorismefinanciering.

Bij monde van voorzitter Aleid Wolfsen erkent de AP ‘dat de aanpak van witwassen, van de onderliggende delicten en terrorismefinanciering een taak van het algemeen belang is’. Dat betekent echter niet dat de privacywaakhond automatisch toestemming geeft voor het gebruik van privacygevoelige data. In een lijvige uitleg geeft de AP op alle drie de voorstellen van Hoekstra antwoorden van dezelfde strekking. Namelijk dat de adviesaanvraag ‘te summier’ wordt onderbouwd en dat praktische knelpunten voor financiële instellingen niet duidelijk genoeg worden beschreven. De AP stelt verder voor dat kabinet en banken kijken naar de inzet van alternatieve middelen.

Nauwe juridische kaders

Banken investeren momenteel vele miljoenen in de werving en tewerkstelling van specialisten die witwassen tegen moeten gaan. Dat valt nog niet mee en juist daarom moet het soms extra frustrerend zijn om te merken dat de kaders waarbinnen geopereerd moet worden ook nog vrij nauw zijn. Rabobank stelde vorig jaar al meer uitwisseling van informatie voor, bijvoorbeeld om te voorkomen dat een bij Rabobank geweigerde klant zich later die dag bij ING meldt. Nu is dat heel goed mogelijk, want ING moet opnieuw het werk doen dat Rabobank eerder al deed en hopelijk tot dezelfde conclusie komen. Dat klinkt verre van effectief en dat is het ook. De lat voor het overstijgen van het belang van privacy van burgers ligt echter erg hoog, zo blijkt weer. Naar het huidige oordeel van de AP weegt het risico op witwassen en terrorismefinanciering niet zonder meer op tegen de privacyrechten van burgers. Wat niet wil zeggen dat de AP in een nieuwe en juridisch beter onderbouwde adviesaanvraag opnieuw negatief zou adviseren.

Banken zullen voorlopig daarom moeten blijven roeien met de riemen die ze hebben. Het zal echter een kwestie van tijd zijn alvorens opnieuw een bank negatief in het nieuws komt omdat ze witwassen hebben laten gebeuren. Het laat zich ook raden dat het de gehele sector is die daar wederom op aangekeken zal worden.