BNG Bank verstrekte in het afgelopen jaar voor €14 miljard aan nieuwe langlopende kredieten uit de publieke sector, goed voor een stijging van 21%. De behoefte aan goedkope financiering bleek groot bij allerhande partijen, van scholen en overheden tot zorginstellingen. De nettowinst halveerde echter, wat vooral het gevolg was van een flinke voorziening op een te verwachten kredietverlies.
BNG Bank wil maatschappelijke impact maken. Goed, dat wil zo ongeveer elke bank, maar het verschil met veel andere banken is dat BNG Bank uitsluitend geld uitleent aan partijen die actief zijn in het publieke domein. In het afgelopen jaar waren daar diverse praktische voorbeelden van aan te wijzen, zoals financiering van slimme verlichting, het vlot trekken van een stilgevallen aardwarmteproject en een kwaliteitsinjectie van de zorg in Zeeuws-Vlaanderen.
Een greep uit de jaarcijfers over 2019:
- Nettowinst €163 miljoen tegenover €337 miljoen een jaar eerder.
- Stijging van 21% in langlopende kredietverlening tot €14,0 miljard.
- CET1-ratio 32%.
- Dividend van €1,27 per aandeel.
- Balanstotaal €149,6 miljard en daarmee de vierde grootste bank van Nederland.
“Het afgelopen jaar was voor BNG Bank een uitdagend jaar. De kredietbehoefte en gerealiseerde omzet zijn buitengewoon hoog. De stijgende kredietbehoefte deed zich voor in alle sectoren: decentrale overheden, wonen, zorg, onderwijs, energie en infrastructuur”, aldus Gita Salden, CEO van BNG Bank. “BNG Bank vervult daarmee haar missie om de publieke sector te ondersteunen met financiering tegen aantrekkelijke voorwaarden. Want prijs doet ertoe, juist voor de publieke sector.” Die samenwerking met de publieke sector kreeg een dimensie door verwerving van het huisbankierschap van de gemeente Utrecht.
Ondanks die grotere kredietbehoefte en gestegen omzet zag BNG Bank zich ook geconfronteerd met de lastige omstandigheden die de markt met zich meebrengt. Dat was terug te zien de rente op het eigen vermogen, dat met 3,6% net onder de eigen doelstelling van 3,7% bleek steken. BNG Bank kreeg ook te maken met een verminderde kredietwaardigheid van een relatie die diensten verleent aan gemeenten. De bank trof daarvoor een voorziening van €153 miljoen, wat bijna de gehele winstval verklaart.