De huidige aanpak van financiële criminaliteit biedt criminele netwerken teveel kansen. Alleen een Europese witwasaanpak kan het tij nog keren. Een interview met Wim Mijs, Chief Executive Officer van de European Banking Federation (EBF), over de noodzaak fragmentatie in de regelgeving tegen te gaan en data-uitwisseling te bevorderen.
De EBF presenteerde 10 maart in het rapport Lifting the spell of dirty money een plan waarin gepleit wordt voor een Europese aanpak. Waarom is dit belangrijk?
"Het is de enige manier om de strijd aan te gaan met criminele netwerken. We hebben te maken met boeven die de samenleving ondermijnen. Het gaat om absoluut moorddadige, nietsontziende moordenaars: mensen met geen enkel moreel besef, voor wie een mensenleven niet telt. Na de afgrijselijke moord op advocaat Wiersma zag je dat iedereen wakker werd. We kunnen dit niet laten lopen. Een Europese aanpak is daarbij essentieel."
Waarin schiet de huidige aanpak tekort?
"In twee woorden: fragmentatie en data-uitwisseling. Je ziet – denk aan de schandalen in Letland en Denemarken vorig jaar - dat criminelen heel erg precies gebruik weten te maken van de fragmentatie van de regels in Europa."
Is dat ook de reden dat de EBF af wil van de (inmiddels zes) anti-witwasrichtlijnen uit Brussel en pleit voor verordeningen?
"Zeker. De ruimte om die richtlijnen per lidstaat te interpreteren en vast te leggen in nationale wetgeving, zorgt ervoor dat bankfilialen in de verschillende landen anders omgaan met de meldingsplicht en de manier waarop ze naar witwaspatronen zoeken. Laundromats maken gebruik van die fragmentatie door BV’s in verschillende landen op te richten en een systeem van schijnorders en schijnbetalingen op te zetten. Met een Europese verordening die direct toepasbaar is in alle lidstaten, zijn we beter in staat dit soort criminele netwerken te verstoren."
De EBF bepleit Europese supervisie in het toezicht en de komst van een EU-brede Financial Intelligence Unit. Waar zou dit ondergebracht moeten worden?
"Het is in het toezicht op witwassen nodig dat er een autoriteit komt die met alle puzzelstukjes vanuit de verschillende lidstaten de hele puzzel kan leggen. Hoe je dat inricht maakt me niet zoveel uit. Belangrijk is dat je toezichthouders en opsporingsautoriteiten bij elkaar zet en ze het juiste mandaat en de governance geeft. Ik zou het liefst een nieuwe agency zien, maar er zijn meer opties: je kunt het onderbrengen bij de European Banking Authority (EBA) of je versterkt het mandaat van Europol.
Belangrijk is vooral dat er een gedeelde sense of urgency is om dit soort ontwrichtende netwerken aan te pakken. Zorg dat de regelgeving op orde komt, zorg dat je de AML-regels overal hetzelfde interpreteert, zorg voor voldoende opsporingsautoriteit, koppel terug, werk publiek en privaat goed samen en zorg dat er een plek is in Europa waar data gedeeld kan worden."
Wat verwacht de EFB in deze aanpak van de banken?
"Je ziet dat compliance-afdelingen van banken steeds meer voor veilig gaan en voor de zekerheid enorm veel melden. Daarmee produceer je hooibergen waarin niemand meer de naald kan vinden. We moeten de banken helpen door meer feedback te geven om zo steeds preciezer te krijgen wie de echte criminelen zijn. Daarvoor hebben we een partij nodig die alle data naast elkaar legt. De Nederlandse aanpak met Transaction Monitoring Nederland (TMNL) is volgens mij precies goed. Financiën, Justitie, De Nederlandsche Bank en de afzonderlijke banken trekken hierin samen op. Dat is zo belangrijk."
Ziet u de Nederlandse samenwerking in transactiemonitoring als een goed voorbeeld van de publiek-private samenwerking die de EBF in het rapport ook op Europees niveau bepleit?
"Zeker. In Europa wordt hier met veel belangstelling naar gekeken. We raken ervan doordrongen dat dit een strijd is die je niet in je eentje kan winnen. De publieke sector kan dat niet en de private niet. Dat maakt de aanpak binnen (TMNL) zo sterk. Als het lukt om dit juridisch met alle privacyregels helemaal kloppend te krijgen, dan zijn we op de goede weg."
Eind 2019 gaf NVB-voorzitter Chris Buijink aan dat de bestrijding van financiële criminaliteit een krachtige Europees antwoord vereist. Daar bent u het waarschijnlijk mee eens?
"Absoluut, voor de volle honderd procent. Mede daarom is dit rapport er. De aanbevelingen in dit rapport vormen dat krachtige Europese antwoord. Als het in Nederland perfect op orde is dan ben je er nog niet, dan werken criminelen er gewoon omheen."
Hoe ziet u de invloed van de huidige corona-crisis op de strijd tegen crimineel geld?
"Het is een wetmatigheid dat zodra een maatschappij ontwricht is door economische of sociale schokken criminelen hun weg vinden. Het risico is bovendien dat dit thema in een crisis van deze omvang onder de oppervlakte verdwijnt. Ik hoop dat dat niet gebeurt. Het is van wezenlijk belang om de nietsontziende criminele netwerken te blijven verstoren."
Dit artikel is eerder verschenen in Bank|Wereld Online, het magazine van de Nederlandse Vereniging van Banken.