Maar liefst een op de drie (30%) van de Nederlandse jongeren (22 tot 35 jaar) heeft bij de hypotheekaanvraag hun studieschuld verzwegen of is van plan dit doen. Het percentage starters op de woningmarkt dat ervoor kiest om hun studieschuld te verzwijgen, is daarmee in twee jaar tijd verdubbeld. Volgens Hergen Dutrieux, co-founder van Viisi Hypotheken, zijn deze cijfers een levend bewijs van de groeiende wanhoop onder Nederlandse starters op de woningmarkt.
Dat blijkt uit onderzoek van Viisi Hypotheken onder 1.055 Nederlanders tussen de 22 en 35 jaar oud. Volgens vier op de vijf respondenten worden starters door de oververhitte woningmarkt gedwongen om onverantwoorde financiële risico’s te nemen. Het verzwijgen van je studieschuld is namelijk strafbaar, omdat het officieel wordt gezien als fraude. In de praktijk lopen mensen het risico dat ze hun hypotheek moeten terugbetalen en hun recht op de Nationale Hypotheek Garantie verliezen.
“De meeste goedbedoelde initiatieven om de positie van starters te verbeteren, hebben stuk-voor-stuk een prijsopdrijvende werking gehad”, legt Dutrieux uit. “Je studieschuld verwijzen is echter nooit verstandig. Als de geldverstrekker erachter komt, kan deze het volledige hypotheekbedrag in één keer terugvragen. Daarnaast kun je opgenomen worden in een frauderegister waar je nog jarenlang last van hebt.”
Overbieden zonder voorbehoud van financiering
Sinds 2018 mogen huizenkopers niet meer dan honderd procent van de woningwaarde lenen, desondanks worden koophuizen steeds vaker (ruim) boven de vraagprijs verkocht. Uit het onderzoek blijkt dan ook dat maar liefst de helft van de ondervraagde starters bereid is te overbieden bij de aankoop van hun woning. De onderzoekers noemen het opvallend dat vooral hoogopgeleiden (61%) hiertoe bereid zijn. Bij praktisch- en middelbaargeschoolden is dit ‘slechts’ 40%.
Volgens Dutrieux komt dit omdat hoogopgeleiden vaker een beroep kunnen doen op de financiële middelen van hun ouders. “In 2021 kunnen ouders tot €105.302 bijdragen aan de aankoop van een woning door hun kinderen. Deze ‘jubelton’ wordt door hoogopgeleide starters voornamelijk gebruikt om te overbieden.”
De groei van het aantal biedingen zonder voorbehoud van financiering is een tweede opvallende ontwikkeling dat uit het onderzoek naar voren komt. Dutrieux waarschuwt echter voor het bijbehorende risico. “Wanneer je de financiering dan niet rond krijgt, ben je alsnog verplicht 10% van de koopsom te voldoen. Je kunt dit makkelijk voorkomen door de wettelijke bedenktermijn voor de aankoop van een woning te verlengen.”
“Nu bedraagt die slechts drie dagen. Wanneer je deze gelijk trekt met de bedenktermijn van een hypotheek – dus tenminste twee weken – haal je een hoop onnodige spanning weg. 55% van de respondenten denkt daar hetzelfde over. De overheid moet daarom nú actie ondernemen.”
Onbereikbaar
Tot slot blijkt uit het onderzoek dat maar liefst 93% van de starters – ondanks de vele regelingen – het gevoel heeft dat een koopwoning voor hen momenteel onbereikbaar is. “De woningmarkt is op dit moment zo krap dat starters vaak alle extra financiële ruimte aanspreken om überhaupt een competitief bod te doen. Maar ook in de huidige markt zijn er nog steeds passende woningen te vinden. Je moet alleen langer zoeken dan voorheen, of je eisen bijstellen – dan is er nog van alles mogelijk.