Om te stellen dat het slecht gaat met het Chinese Evergrande is een understatement te noemen. De vastgoedreus heeft een schuld van $300 miljard en staat op de rand van de afgrond. Mocht Evergrande omvallen, dan is de schade niet te overzien. Meer dan 128 banken en 121 financiële instellingen hebben leningen uitstaan bij de vastgoedgigant; men vreest dat deze partijen samen met Evergrande ten onder gaan.
Evergrande is het op een na grootste bouw- en vastgoedconcern van China met 1.300 grote projecten in 280 steden, waarvan een groot deel door de crisis stilligt. Tevens is het bedrijf onder andere actief in de voetballerij (Guangzhou Evergrande), gezondheidszorg, ‘pretparkenmarkt’ en (elektrische) auto-industrie. Al met al heeft het bedrijf 200.000 mensen in dienst en werken er indirect 3,8 miljoen mensen voor het concern.
Er staat dus voor veel mensen veel op het spel, maar hoe heeft het zo ver kunnen komen? Evergrande betaalde voorheen zijn leveranciers met schuldbekentenissen. Dat mag tegenwoordig niet meer, waardoor leveranciers cash willen zien. Door wanbetalingen zijn bouwprojecten stil komen te liggen en wordt er gevreesd dat 1,4 miljoen Evergrande-woningen (met een waarde van €170 miljard) nooit opgeleverd zullen worden. De afgelopen zes maanden heeft de vastgoedgigant 80% van zijn waarde op de beurs van Hongkong verloren.
Persbureau Bloomberg heeft bekendgemaakt dat Evergrande momenteel niet in staat is om de rente op leningen te betalen, die het bedrijf op 20 september verschuldigd is. De financiële problemen hebben tot woede en onrust geleid bij investeerders en huizenkopers.
Een tweede Lehman?
Er wordt dan ook gevreesd voor een ‘Lehman-effect’. De Amerikaanse bank viel in 2008 om en dat markeerde het begin van de bankencrisis. Mocht het bedrijf daadwerkelijk omvallen is het goed mogelijk dat de crisis overslaat op andere vastgoedbedrijven en hun investeerders. Een kwart van de Chinese economie drijft namelijk op vastgoed. Het is daarbij uiteraard niet onlogisch om te verwachten dat problemen in de tweede economie van de wereld een wereldwijd effect zullen hebben.
Maar zo ver is het nog niet. Evergrande zelf probeert het tij te keren door een deel van zijn bezittingen te verkopen; ondanks flinke kortingen tonen investeerders weinig interesse. Tevens is het goed mogelijk dat de overheid ingrijpt. De Chinese staat ziet een vastgoedcrisis ‘liever niet gebeuren’ vanwege het risico op grootschalige sociale onrust.
Volgens Bloomberg heeft de overheid inmiddels een team van gespecialiseerde juristen en boekhouders naar Evergrande gestuurd. Het zou zeer goed een staatsgecontroleerde ontmanteling van het vastgoedconcern kunnen betekenen om te voorkomen dat Evergrande – in zijn onafwendbare val – de gehele Chinese (en wereldwijde) economie meesleurt.