ING wordt verplicht om zaken te blijven doen met een trustkantoor dat veel Russische en Oost-Europese klanten heeft. Hoewel de bank in 2019 besloot afstand te nemen van CIS Management, wist het trustkantoor de ‘breuk’ succesvol aan te vechten in de rechtbank.
Een tegenvaller voor ING – de bank probeerde namelijk al langere tijd het contract op te zeggen, omdat men niet langer trustkantoren wil faciliteren. ING beargumenteert dat er te veel integriteitsrisico’s aan kleven en dat het te duur is om dergelijke klanten goed te controleren. Banken zijn namelijk verplicht de transacties van hun klanten te monitoren, om zo witwassen en terrorismefinanciering te bestrijden.
De uitspraak komt op een gevoelig moment. Sinds de ‘speciale operatie’ van Rusland in Oekraïne loopt de Nederlandse trustsector weer in de kijker. Vanwege de westerse sancties worden tegoeden van Russische bedrijven en oligarchen bevroren – men wil dan ook graag weten of trustkantoren Russisch geld beheren. Maar ook voor de oorlog kwam de sector met regelmaat in opspraak. Zo kwam deze regelmatig in het nieuws als facilitator van belastingontwijking, belastingontduiking en witwassen.
Zorgplicht
Vanwege de hoge juridische risico’s en potentiële reputatieschade besloot ING een brief aan CIS Management te sturen met daarin de boodschap dat de bank zijn banden met de trustsector wil breken. Daarbij zat het de bank niet lekker dat CIS veel klanten uit voormalig Sovjetlanden heeft, waar – meer dan in andere landen – het risico op crimineel geld bestaat. De bijbehorende KYC-kosten zouden “in geen enkele verhouding staat” tot de tarieven de ING ontvangt voor het aanhouden van een betaalrekening.
Wel moest de bank toegeven dat er geen incidenten bij CIS hebben plaatsgevonden waarvan ING op de hoogte was. Er was verder ook geen bewijs aangeleverd dat het trustkantoor zich met ‘illegale’ zaken had beziggehouden. Het trustkantoor zou er daarom puur op basis van de reputatie van de gehele sector uitgegooid zijn, niet op basis van een individuele afweging.
Een handeling waar de dienstdoende rechter zich niet in kon vinden. Daarnaast nam de rechter in zijn beslissing mee dat het CIS Management in de tussentijd niet lukte om bij een andere bank een betaalrekening te openen. De beslissing van ING om geen zaken meer te doen met het trustkantoor, zou er daarom op neer komen dat de onderneming in zijn geheel moet stoppen. De Rechtbank wees ING dan ook op de algemene zorgplicht die banken hebben.
Tien keer zoveel
Het is niet de eerste keer dat een bank worstelt met het (categoraal) uitsluiten van risicosectoren. Trouw verwijst bijvoorbeeld naar het voorbeeld van Rabobank - de bank besloot vorig jaar geen kleine autodealers meer als klant aan te nemen, omdat de witwasrisico’s bij dergelijke ondernemers vanwege de grote hoeveelheden cashstromen te groot zouden zijn. Na druk uit de Tweede Kamer kwam Rabobank terug op dit besluit.
Het kan ook anders: zo kiest ABN AMRO niet voor het uitsluiten van specifieke bedrijfssectoren, maar rekent de bank simpelweg de extra kosten die het maakt door aan de klant. Zo betalen coffeeshops bij ABN AMRO €110 voor een zakelijke rekening, bijna tien keer zoveel als andere ondernemers.