De criteria in het acceptatiebeleid van hypotheekaanbieders laten aan duidelijkheid te wensen over, waardoor het risico op overkreditering bestaat. Acceptanten bij hypotheekaanbieders zouden in sommige situaties niet goed kunnen bepalen of een hypotheek voor de consument verantwoord én dus betaalbaar is. Dat blijkt uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten onder vijf hypotheekaanbieders naar het acceptatiebeleid.
De toezichthouder maakt duidelijk dat het ten aanzien van het acceptatiebeleid verwacht dat hypotheekaanbieders duidelijke criteria hanteren en die ook toepassen om overkreditering te voorkomen.
Uit het verkennende onderzoek van de AFM blijkt namelijk dat het acceptatiebeleid bij onderdelen duiding mist. Algemene formuleringen zoals ‘moet structureel betaalbaar zijn’ of ‘moet bestendig zijn’ komen veelal voor, zonder dit concreet te maken. Hierdoor is het voor een acceptant lastig te bepalen wat ‘betaalbaarheid’ of ‘bestendigheid’ precies betekent. Dergelijke open formuleringen lijken het meest voor te komen bij inkomenscriteria en criteria rond maatwerkhypotheken en overbruggingskrediet.
Daarnaast zou niet scherp zijn wanneer een acceptant mag afwijken van het acceptatiebeleid en wanneer juist niet. “Als afwijken van het acceptatiebeleid mag, de overrulesituatie, dan moet de acceptant enige duiding meekrijgen onder welke voorwaarden, eventueel aangevuld tot welk maximum. Als afwijken van het eigen beleid juist niet mag, dan is het wenselijk om dat expliciet aan te geven in het beleid”, aldus de AFM.
De toezichthouder benadrukt dat een gebrek aan heldere criteria strafbaar is (artikel 115 van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen). Dit artikel is ontworpen om overkreditering – en daarmee de situatie dat consumenten hun hypotheek niet meer kunnen betalen en daardoor in de financiële problemen komen – te voorkomen.
Kwetsbare periode
Door onduidelijkheden in het acceptatiebeleid, leunen acceptanten te veel op verklaringen van de klant. Het AFM concludeert dan ook dat niet de hypotheekverstrekker beoordeelt of de hypotheek verantwoord, maar dit in feite overlaat aan de consument. “Een verklaring of onderbouwing van de klant dat de hypotheek betaalbaar is, vormt aanvullende informatie maar kan niet bepalend zijn in de kredietacceptatie.”
Juist in een periode zoals de huidige overspannen woningmarkt zijn consumenten geneigd om de grenzen van de leennormen op te zoeken. Op het moment dat dat de rente stijgt zonder dat de woningprijzen dalen, komt er volgens de AFM nog meer druk op het leenbudget van huishoudens. “Een goed inzicht in de financiële situatie van de klant en duidelijke criteria zijn juist dan van groot belang.”
“Wat betreft overbruggingskredieten verwachten wij van adviseurs en aanbieders dat zij niet tot 100% van de waarde van de te verkopen woning financieren als die woning nog niet verkocht is. Er is namelijk een marge nodig om een mogelijke dalende huizenprijs en langere verkooptijd op te vangen”, besluit de toezichthouder.