Mensen in de schuldsanering mogen niet kopje onder gaan door de hoge inflatie en energiecrisis. Daarom ondertekenden recent veel schuldeisende partijen de intentieverklaring van initiatiefnemer NVVK, de branchevereniging van schuldhulpverleners. Extra opsteker, vindt NVVK-voorzitter Marco Florijn - naast deelname van de Belastingdienst – is deelname van de bankensector. Dit artikel is eerder verschenen in Bank | Wereld Online, een uitgifte van de Nederlandse Vereniging van Banken.
“We zitten in een uitzonderlijke tijd, hebben we met z’n allen erkend”, begint Marco Florijn: “Een tijd van energiecrisis en enorme inflatie. Extra kwetsbaar zijn mensen in een schuldregeling. Een afspraak van zo’n regeling – die leidt tot schuldenvrij op afzienbare termijn - is dat mensen tijdens de regeling geen nieuwe schulden mogen maken. Gebeurt dat wel, dan kan de schuldeiser aangeven dat de schuldregeling stopgezet moet worden. Dan zijn deze mensen nog verder van huis.”
Waarom is die intentie van de koepels juist nu zo belangrijk?
“Kern is dat ruim 30 koepels die ook schuldeisers vertegenwoordigen met elkaar hebben afgesproken dat zij alles op alles zetten om de mensen die bij hen in een schuldregeling zitten, daar niet ‘uit te gooien’ als zij vanwege de energiecrisis en inflatie hun inkomen en uitgaven niet meer op orde kunnen houden. Die inspanningsverplichting geldt ook voor mensen die nu richting schuldregeling gaan, maar er nog niet in zitten.”
Waarom is die intentie van de koepels juist nu zo belangrijk?
“Wat wij als NVVK nu voor het eerst zien, is dat er massief ‘schuld buiten schuld’ wordt gemaakt. Een uitzonderlijke piek, waarvan we niet weten hoe die gaat uitpakken. Bestaansonzekerheid bij ook nieuwe groepen, zoals middeninkomens die een beroep moeten doen op de voedselbank. We zien bijvoorbeeld nu ook zo’n 800.000 huishoudens die het voorschotbedrag voor de energie extra laag houden."
"Ze ‘lenen’ dus van de energieleverancier, waardoor ze bij de jaarafrekening in de problemen kunnen komen. Of mensen die in de thuiszorg werken en een groot zorggebied met de auto beslaan. Zij kunnen de gestegen benzinekosten niet meer betalen en moeten dus stoppen met werken, waardoor ook de zorg vermindert.”
“In de toekomst verwachten we ook problemen bij mensen in de onderste CAO-regionen, waar de lonen onvoldoende meestijgen met de inflatie. Zzp-ers die hun tarieven niet kunnen verhogen door het construct waar ze in zitten. Kortom: over de hele linie zien we nieuwe problemen ontstaan. Daarom des te belangrijker dat er nu gezamenlijke inzet komt, op een gezamenlijk doel.”
Wat gaan de ondertekenaars doen?
“De verklaring betekent dat er ook aanvullende afspraken kunnen volgen met grote schuldeisers – denk aan woningcorporaties, Belastingdienst, energiemaatschappijen, incassobureaus en banken – over mensen met problematische schulden, maar ook over het voorkomen daarvan. Dus bijvoorbeeld afspraken over signaleren, op een andere manier informeren en doorverwijzen of nog zorgvuldiger te werk gaan bij kredietverstrekking. Dat vind ik altijd heel mooie afspraken, omdat we als NVVK namens de schuldhulpverleners meer voor in het proces willen zitten.“
“Want het duurt gemiddeld 5 jaar voordat iemand met problematische schulden zich meldt. Dan zit iemand al 5 jaar in zware problemen. En is de schuld opgelopen tot gemiddeld 39.000 schuld, bij zo’n 14 schuldeisers. Heb je dan eindelijk de moed om je te melden voor een schuldenregeling, dan moeten wij ons als maatschappij ook inspannen om die mensen in die regeling te houden. Want als ze eruit worden gegooid, zien we ze niet meer terug. Daar maak ik me ernstige zorgen over.”
Wat is de rol van banken?
“Banken zijn natuurlijk ook schuldeisers – overigens niet voorkomende in de top-3 van de eerder genoemde 14 schuldeisers. Met de bankensector kwamen we binnen zes weken tot de afspraken voor deze intentieverklaring. Banken voelen dezelfde urgentie en daar ben ik heel blij mee. De intentieverklaring gaat niet alleen over afspraken maken, maar we gaan ook kijken of ze werken."
"Daarnaast is er nog een belangrijke bijkomstigheid van zulke afspraken met zo veel belangrijke partijen: ze zorgen voor aanzienlijke stress-reductie bij de doelgroepen. Niet alleen bij mensen die al jarenlang leven van circa 50 tot 100 euro leefgeld in de week – de rest dragen ze af voor afbetaling van hun schulden. Maar ook bij mensen die net uit de schuldsanering komen. Kwetsbare groepen die heel erg bang zijn om verder of opnieuw in de schulden te raken. Dan is het fijn als de samenleving – inclusief de schuldeisers – zegt: we zien wat er gebeurt en nemen onze verantwoordelijkheid.”