Als het aan het kabinet ligt moet er op Europees en internationaal niveau ingezet worden op scherpere liquiditeitseisen voor banken. Uit een ambtelijke studie zou namelijk blijken dat liquiditeitsrisico’s belangrijker zijn geworden, mede door de voortschrijdende digitalisering. Zo kunnen ongedekte deposito’s met grote snelheid uitstromen en kan marktonrust zich sneller verspreiden.
Dat schrijft minister Van Weyenberg van Financiën aan de Tweede Kamer in reactie op het ambtelijk rapport ‘Beleidsrichtingen voor een weerbare bankensector’. In dit rapport worden lessen getrokken uit de onrust in de bankensector in maart 2023 en zijn beleidsrichtingen en -opties om de bankensector weerbaarder te maken in kaart gebracht.
“Nederlandse banken staan er financieel goed voor”, benadrukt de minister wel. “Dat bleek ook tijdens de internationale bankenonrust van vorig jaar. We willen ook voor de toekomst een Nederlandse financiële sector die weerbaar is en blijft. Daarom is het belangrijk om kwetsbaarheden in de bankensector aan te pakken en aandacht te hebben voor nieuwe risico’s.”
Van Weyenberg legt uit dat spaarders vandaag de dag door digitalisering nog sneller hun geld weg kunnen halen. “Daarom vind ik dat we internationaal afspraken moeten maken om banken nog weerbaarder te maken. Dit wil ik in de EU op de agenda gaan zetten.”
Agendapunten
Naast de scherpere liquiditeitseisen wil de minister op Europees en internationaal vlak ook pleiten voor het doorzetten van de lang verwachte herziening van het Europese macroprudentiële raamwerk. Hierbij kunnen buffers van Europese banken versterkt worden door deze eisen te harmoniseren. Dit zou zorgen voor voldoende schokabsorptievermogen bij grote Europese banken en een gelijker speelveld in de EU.
Ook wil Van Weyenberg dat het raamwerk voor AT1-instrumenten, obligaties waarmee verliezen kunnen worden opgevangen als een bank omvalt, tegen het licht wordt gehouden. Dat raamwerk is volgens de minister complex en lijkt niet altijd bij te dragen aan transparantie en een soepele afwikkeling van banken in de problemen.
Tot slot wil de minister zich blijven inzetten voor verdere stappen om de Europese bankenunie en kapitaalmarktunie te versterken. Het is volgens de politicus van belang dat dat de maatregelen om de weerbaarheid van banken verder te versterken Europees en internationaal gecoördineerd worden zodat risico’s mondiaal worden aangepakt en er een gelijk speelveld is.
Het kabinet benadrukt dat de beleidsopties waarop nu wordt ingezet in lijn liggen met het huidige Nederlandse beleid. Het zou aan een volgend kabinet zijn om eventuele andere (of meer verregaande) beleidsopties uit het rapport te overwegen en te beslissen of meer fundamentele keuzes nodig zijn om de bankensector verder te versterken.