ABN AMRO heeft in hoger beroep een zaak gewonnen tegen twee voormalig topmedewerkers die in het verleden steekpenningen zouden hebben gevraagd. Drie jaar geleden oordeelde de rechter nog dat de bank onvoldoende kon bewijzen dat oud-bankiers Bruno Gremez en Samir Kasmi steekpenningen vroegen, waardoor er een schadevergoeding van bijna acht ton moest worden betaald.
Het duo werd er in maart 2013 op staande voet ontslagen door ABN AMRO naar aanleiding van klachten van Oil Marketing & Trading International (OMTI). De Arabische oliehandelaar claimde dat Gremez en Kasmi herhaaldelijk een ‘personal fee’ van maar liefst $3,5 miljoen opeisten voor “ongestoorde voortzetting van bankkredieten”.
ABN AMRO benadrukte destijds al dat de twee medewerkers op eigen houtje acteerden. Zo zouden ze erin geslaagd zijn om, zonder de vereiste interne meldingen, maatregelen te nemen die die oliehandelaar behoorlijk dwars zaten, waaronder het weigeren van betalingsopdrachten.
Gremez en Kasmi hebben de aantijgingen altijd ontkend, en begonnen dan ook een zaak tegen hun voormalig werkgever. Enerzijds om afgesproken bonussen te ontvangen, anderzijds voor volledige rehabilitatie. Het duo kreeg in 2021 dus gelijk, waarna ABN AMRO met €772.102,20 over de brug moest komen.
Hoger beroep
In het hoger beroep maakte ABN AMRO gebruik van de mogelijkheid om aanvullend bewijsmateriaal aan te leveren. Ook de oud-bankiers hebben nieuwe verklaringen afgelegd. Centraal daarbij stonden een tweetal diners op 19 september 2012 en 15 november 2012 in Dubai, waar de twee bankiers herhaaldelijk de ‘bonussen’ eisten.
Bij het tweede diner hebben OMTI-vertegenwoordigers een geluidsopname gemaakt. Drie jaar geleden werd nog over de geloofwaardigheid van het bewijsstuk getwijfeld, ditmaal oordeelde het hof dat de opname wel degelijk authentiek zou zijn.
Alles bij elkaar opgeteld oordeelde het hof dat het aangeleverde bewijslast van ABN AMRO voldoende was. Daarom wordt het eerdere vonnis vernietigd en wijst het de vorderingen van de bankiers af.
ABN AMRO laat weten blij te zijn met de uitspraak. Het zou aantonen dat de bank destijds “de juiste beslissing had genomen”.