De Nederlandsche Bank draagt met een eenmalige bijdrage van €500.000 bij aan het project ‘Across the Sea’ op Bonaire, dat het slavernijverleden van het eiland onder de aandacht wil brengen.
Dit initiatief omvat onder andere de restauratie van de voormalige plantage Fontein, waar een gedenkplaats en educatieve voorzieningen zullen worden gerealiseerd. Het project moet bijdragen aan het behoud van het historische erfgoed en het vergroten van bewustwording rond het slavernijverleden.
De herinneringsplek op de plantage wordt gewijd aan Martis di Katalina Janga, die in 1834 een opstand leidde tegen slavernij op Bonaire.
Naast een monument zal er een gebouw komen voor bijeenkomsten, waar scholieren en andere inwoners kunnen leren over de impact van slavernij op het eiland. Voorafgaand aan de opening kunnen geïnteresseerden terecht bij een tijdelijke expositie in het Terramar Museum in Kralendijk.
DNB’s inzet voor historisch bewustzijn en verzoening sluit aan op het onderzoek dat eerder de verwevenheid van de toezichthouder met het slavernijverleden concludeerde, waarin de banden tussen de bank en het koloniale systeem duidelijk werden vastgelegd.
DNB’s excuses en steun voor educatieprojecten
Hierop bood DNB-president Klaas Knot in 2022 zijn excuses aan voor de rol die DNB in het trans-Atlantische slavernijverleden heeft gespeeld. Deze erkenning leidde tot een toezegging van €5 miljoen voor eenmalige bijdragen aan initiatieven die historische kennis en educatie bevorderen.
Naast Bonaire zijn er ook bijdragen toegekend aan soortgelijke projecten op Aruba, Curaçao, Saba, Suriname en in Nederland. Daarnaast richtte DNB samen met het Cultuurfonds het DNB-Fonds op, specifiek bedoeld om de doorwerking van het slavernijverleden in het leven van nazaten te helpen verminderen.