OM ziet af van vervolging ING-CEO en vier voormalig ABN AMRO-bestuursleden

19 december 2024 Banken.nl 2 min. leestijd

Het Openbaar Ministerie ziet af van de vervolging van Ralph Hamers. Volgens het OM is er “onvoldoende wettig en overtuigend bewijs” om de voormalig CEO te vervolgen voor zijn rol binnen ING ten tijde van het witwasschandaal.

Ook vier voormalig bestuurders, waaronder voormalig minister van Financiën Gerrit Zalm, van ABN AMRO zullen vanwege eenzelfde reden niet worden vervolgd wegens gebreken in de antiwitwascontroles bij hun eigen bank. Waar de zaak tegen de ABN AMRO-bestuurders wordt geseponeerd, moet het OM in de zaak tegen Hamers een verzoek bij het Gerechtshof in Den Haag indienen om af te mogen zien van vervolging.

Daartoe is het OM verplicht omdat claimstichting SOBI van Pieter Lakeman via een kort geding tegen de staat had geëist dat het OM Hamers zou vervolgen. De bedrijfsactivist was van mening dat het OM treuzelde en leek aan te sturen op het verjaren van de strafbare feiten.

Dat betekent tegelijkertijd dat het afsluiten van Hamers-zaak nog geen gelopen zaak is. Lakeman krijgt bij het OM-verzoek namelijk de kans om bij het hof het wél vervolgen van Hamers te bepleiten.

Een woordvoerder van Hamers noemt de beslissingen tegenover de Telegraaf logisch en terecht. “Onder leiding van de onderzoeksrechter is uitgebreid en grondig onderzoek verricht. De resultaten van dit onderzoek bevestigen dat er geen bewijs is tegen de heer Hamers en er dus geen enkel strafrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.”

“Dat het OM met die conclusie naar het Hof teruggaat om te vragen om bewilliging, dus geen verdere vervolging, is daarom passend en de enige juiste uitkomst. Wij hebben er vertrouwen in dat het Hof, wanneer het kennis heeft genomen van het onderzoeksdossier, deze conclusie volgt”, aldus de woordvoerder van Hamers.

Witwasschandalen

De financiële sector wordt al jarenlang geteisterd door witwasschandalen. ING was de eerste grootbank die tegen de spreekwoordelijke lamp liep: de grootbank schikte in 2018 voor €775 miljoen. ABN AMRO volgde daar kort op en schikte in 2021 voor een bedrag van €480 miljoen wegens overtredingen van de Wwft.

Daarmee is de kous nog niet af, daar onder meer de Volksbank en Rabobank nu onder het vergrootglas liggen. Zo ontving Rabobank eind 2022 het bericht dat het als verdachte werd aangemerkt in verband met het overtreden van de Wwft. De Volksbank werd op zijn beurt in de zomer van 2023 op de vingers getikt vanwege ernstige tekortkomingen in zijn antiwitwasprocessen.