ING: Vertrouwen in de woningmarkt blijft stijgen
Zowel de meeste starters als koopwoningbezitters verwachten dat de bodem van de huizenprijzen in zicht is. Dit meldt ING op basis van de uitkomsten van de WoonIndex. Het aantal starters dat het nu een gunstige periode vindt om een huis te kopen is niet eerder zo hoog geweest sinds de start van de meting in 2006. Ook ziet ING een sterke stijging van het vertrouwen onder koopwoningbezitters dat het aantal verkochte woningen zal toenemen.
Stijging van de WoonIndex zet verder door
Elk kwartaal meet ING het vertrouwen in de woningmarkt onder potentiële starters en koopwoningbezitters. Deze WoonIndex komt in het derde kwartaal van 2013 uit op 106, 4 punten hoger dan het vorige kwartaal. Dit is het tweede opeenvolgende kwartaal dat de Woonindex is gestegen.
“Het is positief dat het vertrouwen in de woningmarkt verder doorzet. Ruim de helft van de koopwoning bezitters vindt het nu een gunstige periode om een huis te kopen. Onder starters vindt 80% het een gunstige periode, met een index van 138 is deze nog niet eerder zo hoog geweest als nu. De eventuele impact van de maatregelen die op Prinsjesdag bekend zijn gemaakt, zullen pas in het sentiment van volgend kwartaal duidelijk worden“, aldus Dennis Noordervliet, directeur Marketing Hypotheken bij de ING.
Wachten tot de bodem bereikt is
Voor de meeste potentiele starters (32%) speelt de verwachting dat de huizenprijzen verder zullen dalen een rol in hun aankoopintentie. Zij wachten met aankopen totdat de bodem is bereikt.
Een op de vijf starters verwacht dat de bodem nu al is bereikt en 14% van de koopwoningbezitters verwacht geen verder daling meer van de huizenprijzen. Ongeveer de helft van de starters en koopwoningbezitters verwacht uiterlijk in de eerste helft van 2014 een stabilisatie van de huizenprijzen. Noordervliet: “Het sentiment van de ondervraagden wordt onderschreven door de meest recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) waaruit blijkt dat de daling van de huizenprijzen de afgelopen maanden wat lijkt af te vlakken.”
