Zoektocht naar nieuwe topman Rabobank uitdaging
Rabobank president commissaris Wout Dekker en zijn medecommissarissen zijn nog altijd bezig met de vraag wie de opvolger van bestuursvoorzitter Piet Moerland moet worden. De tijd tikt door en het aantal potentiele kandidaten is klein. Dat Dekker na acht maanden nog niemand heeft, wijst erop dat voor de hand liggende kandidaten hebben bedankt voor de eer. Dekker staat voor de taak de toenemende druk te weerstaan en niet te snel met een nieuwe voorzitter te komen, die eigenlijk tweede of derde keus is en de Rabobank niet echt verder helpt.
Serieuze veranderkalender
Dekker is nu 8 maanden op zoek naar een nieuwe leider die het achterstallig onderhoud voltooid, de digitaliseringsvisie 2016 werkelijkheid maakt, de kosten drastisch verlaagt, de interne controle verbetert, het aantal lokale banken reduceert en de steun van de lokale banken behoud.
Eerste voorkeur bedankt voor de eer
Volgens ingewijden had Dekker een eerste voorkeur voor Aegon-topman Alex Wynaendts. Wynaendts heeft Aegon de afgelopen jaren met succes ingrijpend gereorganiseerd en een nieuwe koers voor de verzekeraar uitgestippeld in een turbulente markt met kritische aandeelhouders. Wynaendts bedankte in het voorjaar echter voor de eer.
Moeilijk profiel
Het profiel van de nieuwe bestuursvoorzitter is een lastige. De gedroomde kandidaat is een doorgewinterde bestuurder die Rabobank in deze moeilijke tijd richting geeft en de kracht heeft om het ritme van de coöperatieve organisatie te bepalen. Natuurlijk gezag om de lokale banken mee te krijgen is daarbij cruciaal.
Kandidaten terughoudend
Tevens lijken kandidaten terughoudend te zijn in het aangaan van deze uitdaging. De Rabobank zit klem tussen De Nederlandsche Bank (die meer grip op de lokale banken eist) en de lokale banken (die juist zelfstandigheid verlangen en de afgelopen periode optimaal geprofiteerd hebben van het machtsvacuüm in de top om een deel van de macht terug te nemen). Daarnaast is de onrust in het bestuur de afgelopen periode groot geweest. Het afbreukrisico voor de nieuwe leider is dan ook groot. Bestuurders van begin vijftig, in de bloei van hun carrière, zijn huiverig dit avontuur aan te gaan en de jonge generatie mist de ervaring.