Interview met: Bas Rebel, Senior Director bij PwC

10 september 2013 Banken.nl 9 min. leestijd
Profiel
Meer nieuws over

Interview met Bas Rebel over SEPA, de uitdagingen en risico’s en de rol van banken.

SEPA kan leiden tot liquiditeitsproblemen bij bedrijven en hun leveranciers, indien bedrijven de migratie naar SEPA niet tijdig afronden. Een ‘doomsday’ op 1 februari 2014 verwacht hij echter niet.

Bas Rebel is Senior Director bij PwC en richt zich op treasury operations en treasury-systeem vraagstukken bij bedrijven, zoals werkkapitaalbeheer, betalingsverkeer en cash management.

De reden van de overstap naar PwC komt voort uit zijn overtuiging dat corporate treasury-vraagstukken eerder organisatiebreed zijn dan dat ze afdelingsgebonden zijn. “De afgelopen jaren zie ik ook een tendens dat corporate treasuries steeds meer verantwoordelijkheden krijgen voor cashflow, exposures en balansmanagement van de groep en niet langer louter voor die van hun eigen afdeling. Dit dwingt corporate treasurers tot integratie van processen en systemen op de afdeling met die van de rest van de organisatie. Dit zorgt er ook voor dat bedrijven weer vaker nadenken over Payment Factory en In-house Banking oplossingen. Dit leidt direct tot vraagstukken op het gebied van schaalbaarheid, automatisering en key controls”, aldus Rebel. “Een organisatie als PwC heeft ten opzichte van niche spelers voor klanten een meerwaarde omdat het een integraal advies kan leveren inzake beleid, proces, systeem en control”.

Bas Rebel

Periodiek analyseert PwC de voortgang van de implementatie van SEPA. Uit de laatste ‘SEPA Readiness Thermometer’ blijkt dat één op de drie bedrijven een groot risico loopt niet tijdig klaar te zijn voor de invoering van SEPA. Wat kan de reden zijn waarom bedrijven nog onvoldoende bezig zijn met SEPA? Is er een verschil zichtbaar tussen sectoren?

Ons onderzoek richt zich op het grotere, multinationale bedrijfsleven en dekt zeker niet alleen Nederland. Dit gezegd hebbende herkennen velen ook binnen Nederland zich in de bevindingen van het rapport. Gelet op de responses zelf, maar ook op feedback die we op andere wijze krijgen, is er niet een alomvattende oorzaak aan te wijzen. De volgende elementen spelen volgens ons in meer of mindere mate een rol:

  1. Het mandaat management voor SEPA Direct Debit (SSD) is technisch gezien geheel anders dan nu in veel van de deelnemende landen gebruikelijk is. Dit zorgt voor verwarring. Met name op dit punt zien wij dat bedrijven lang niet altijd helder en compleet de scope hebben bepaald. Daarnaast vergt SDD van bedrijven een grote aanpassing in systemen en processen en deze zijn per land mogelijk verschillend. Bovendien is het SDD Schema relatief laat uitgekristalliseerd zodat ook leveranciers van financiële software laat met updates zijn gekomen;
  2. Vaak worden betalingen en direct debit instructies in verschillende systemen aangemaakt en niet alleen het ERP. Dit is niet altijd helder geweest aan het begin van het project. Sommige van die systemen draaien op een oude versie waarvoor de leverancier geen update beschikbaar maakt. In die gevallen valt ineens een upgrade onder de SEPA scope. Een dergelijke conclusie heeft invloed op de tijdslijnen van het project.
  3. Een derde oorzaak moet gezocht worden dat bij sommige bedrijven lang onduidelijk is geweest wie verantwoordelijk is voor SEPA Compliance; Treasury, IT, local Finance, of iemand anders. Ook zijn er nogal eens budget discussies geweest. Daardoor zijn een aantal bedrijven laat uit de startblokken gekomen. Enkele zullen zich nu realiseren dat ze te laat uit de startblokken zijn gekomen.
  4. Ten vierde sluit ik niet uit dat veel bedrijven heel lang hebben gedacht dat SEPA zonder enig probleem al in 2008 was ingevoerd en zich onvoldoende hebben gerealiseerd wat de 2014 deadline waartoe in 2012 is besloten exact inhield.
  5. Tenslotte is er de frustratie van veel nationaal opererende organisaties dat zij hun processen en systemen moeten aanpassen omdat “de banken” besloten hebben het betalingsverkeer aan te passen. Je hoort deze groep denken “waarom een proces aanpassen dat goed werkt?”

Wat maakt het voor organisaties complex om zich tijdig en volledig voor te bereiden op de invoering van SEPA?

Hoe meer systemen een bedrijf heeft en in hoe meer SEPA landen het bedrijf actief is, des te complexer het project zal zijn. Dit geldt vooral als ook veel gebruik wordt gemaakt van incasso en van verschillende banken. SEPA migratie is in ieder land anders deels omdat de regelgeving niet 100% geharmoniseerd is dan wel nationale interpretaties bestaan, maar ook omdat het startpunt per land verschillend is. Ieder land (met uitzondering van Finland) heeft nationale betaalproducten die buiten SEPA blijven. Soms is dit meer dan 60% van het binnenlandse betalingsverkeer.

Daarnaast is het IT landschap zeer bepalend voor de complexiteit van het project. Versiebeheer, master data management, interfacing zijn allemaal van belang.

Tenslotte is een SEPA project ook complex vanwege het multidisciplinaire karakter. SEPA raakt niet alleen IT en treasury, maar ook HR, het design van de webwinkel en juridische zaken. Het kan zelfs een vraagstuk zijn van revenue recognition (model voor omzetverantwoording).

Wat vind je van de rol van banken tot nu toe tijdens de voorbereidingsfase op SEPA?

Banken hebben, denk ik, een heel actieve rol vervuld in de voorlichting, maar waren misschien niet de meest aangewezen boodschapper van de boodschap dat klanten moeten investeren om na 1 februari 2014 te kunnen blijven betalen.

Banken hebben heel lang SEPA gepresenteerd als iets dat het bedrijfsleven maar beperkt raakt. Na 2008 leek ook alles bij het oude te blijven. Zelfs de invoering van de Payment Services Directive (PSD), het juridische kader voor betalingsdiensten, per 1 november 2009 was een compleet “non-event”. De discussies over einddatum van binnenlandse betaalproducten is heel lang buiten beeld gehouden bedrijven en consumenten. Dit veranderde pas heel langzaam nadat de EU zo’n anderhalf jaar geleden 1 februari 2014 als einddatum aannam.

Wat zijn de grootste risico’s indien bedrijven niet tijdig zijn voorbereid op SEPA? Hoe groot is de kans dat deze risico’s werkelijkheid worden?

Wellicht het grootste risico voor bedrijven zelf is de reputatieschade als blijkt dat hun betaalfiles niet door de bank verwerkt kunnen worden en daardoor extra kosten moeten maken om alsnog handmatig de betalingen uit te voeren. De extra operationele kosten en vertraging in betaling kan net zo lang duren als dat een oplossing is geïmplementeerd.

De business partners van deze bedrijven lopen ook risico; zij zullen een krappere liquiditeit hebben omdat een deel van de cash inflow vertraagt. Dit kan tot extra problemen leiden voor bedrijven waar de marges klein zijn. Bij PwC is de invoering van SEPA ook gedefinieerd als een potentieel continuïteits-issue waaraan assurance collega’s tijdens hun auditwerkzaamheden aandacht moeten besteden. Het zou ook heel normaal moeten zijn dat bedrijven hun klanten vragen naar de status van hun SEPA project, zodat zij een inschatting kunnen maken van dit liquiditeitsprobleem.

Mocht uit de volgende ‘SEPA Readiness Thermometer’ blijken dat veel bedrijven de deadline van 1 februari 2014 niet halen, wat zijn dan mogelijke scenario’s? Hoe zou een eventueel back-up plan er uit kunnen zien?

Hoewel ik volledig achter de conclusie van het rapport sta, verwacht ik niet dat 1 februari 2014 een doomsday zal zijn. We zien dat in alle landen nagedacht wordt over (tijdelijke) maatregelen om verstoring in het betalingsverkeer te voorkomen. Zo wordt in sommige landen geopperd de oude clearings langer open te houden of wordt banken verzocht mee te werken aan conversieoplossingen. Welke oplossing ook gekozen wordt, we moeten ons realiseren dat ze hooguit tijdelijk kunnen zijn. Ten eerste omdat elk van de oplossingen extra kosten met zich meebrengen die of door het bedrijfsleven of de banken geabsorbeerd moeten worden.

Belangrijker nog is dat SEPA bedoeld is om de betaalinfrastructuur in Europa te harmoniseren en conversiediensten ondermijnen deze doelstelling. Daarbij moet het bedrijfsleven zich ook realiseren dat externe conversiediensten tussen bedrijf en bank risico’s met zich mee brengen. Immers het hash-totaal zoals berekend in het bronsysteem zal niet meer berekend kunnen worden door de ontvangende bank omdat conversie de inhoud van de file heeft aangepast. Bovendien speelt bij elk van deze (tijdelijke) oplossingen de vraag wie verantwoordelijk gehouden kan worden voor fouten. Alleen al om deze twee laatste redenen moet de gekozen stoplap een tijdelijke zijn.

Wat zijn de belangrijkste voordelen voor bedrijven na 1 februari 2014? Welke nadelen of risico’s kunnen bedrijven ervaren na de invoering van SEPA?

De nadelen op korte termijn worden nu breed uitgemeten; bedrijven worden gedwongen te investeren om iets te vervangen wat gewoon goed werkt. We moeten ons echter realiseren dat SEPA een infrastructurele aanpassing is waarvan vooraf de voordelen niet overtuigend aan elke betrokkenen is uit te leggen. Destijds met de introductie van de spoorwegen of het internet zag ook lang niet iedereen wat het nut zou kunnen zijn. Ik denk echter dat met SEPA op termijn bedrijven anders gaan kijken naar cash management structuren. Waar nu banken in verschillende EU lidstaten nog monopolistische concurrenten zijn, zullen deze meer met elkaar gaan concurreren. Welk impact dat kan hebben op producten en prijsstelling van banken of op de concurrentie tussen bedrijven is vooralsnog niet te voorzien. Wel weet ik dat zowel de trein als het internet gevolgen heeft voor ons dagelijks leven die vooraf weinigen hadden kunnen bedenken.

Alle ogen zijn nu gericht op SEPA. Welke ontwikkelingen zie je de komende vijf jaar op het gebied van het betalingsverkeer?

Ik denk dat in Europa de komende jaren SEPA nog wel een thema zal blijven. Er zullen met name in Zuid Europa nog een aantal legacy producten uitgefaseerd moeten worden. Tegelijkertijd zullen multinationals hun inkomend betalingsverkeer en EURO cash management infrastructuur proberen te vereenvoudigen met als doel minder dood geld in het werkkapitaal opgesloten te hebben.

In kan me ook voorstellen dat de komende jaren als gevolg van de behoefte aan en ontwikkelingen van supplier finance e-invoicing naar een volgend niveau getild wordt. Het SEPA raamwerk gebaseerd op een 4-corner model en de ISO 20022 standaard lenen zich uitstekend als blauwdruk om elektronische facturen inclusief statusberichten van de ontvanger efficiënt uit te wisselen. Gestandaardiseerde elektronische uitwisseling van factuur-gerelateerde berichten kunnen de basis vormen van nieuwe varianten in supplier finance en discontering van facturen.