20% DGA’s wil binnen 2 jaar onderneming verkopen of opheffen
Twee op de tien Nederlandse directeuren-grootaandeelhouders (DGA’s) willen uiterlijk begin 2019 afstand doen van hun bedrijf. Dat blijkt uit recent onderzoek van ABN AMRO MeesPierson. Circa de helft wil zijn onderneming verkopen of schenken aan de volgende generatie, waar de andere helft overweegt om de onderneming over twee jaar op te heffen.
Om de opvolgings- en verkoopplannen van Nederlandse bedrijven in kaart te brengen, heeft ABN AMRO MeesPierson onlangs onderzoek gedaan onder ruim 400 directeuren-grootaandeelhouders (DGA’s). Peter Pleijsant, Fiscalist van het ABN AMRO MeesPierson Kenniscentrum Vermogensadvies & Beleggen, vertelt: “Nederland kent ongeveer 70.000 DGA’s van 55 jaar en ouder. Gezien hun leeftijd is het logisch dat zij bezig zijn met de bedrijfsoverdracht. Meestal is dit een proces van vele jaren. Zes tot acht jaar voorbereiding komt veel voor. Soms kan het sneller.” Maar niet alleen de leeftijd speelt mee, ook de economische omstandigheden en politieke ontwikkelingen spelen een rol. Pleijsant: “Nu de crisis voor de meeste bedrijven voorbij is, is voor velen het moment aangebroken om een stap terug te doen. Bovendien kan het op dit moment fiscaal gunstig zijn om het bedrijf over te dragen. Het is afwachten hoe dat onder het volgende kabinet is.”
De onderzoeksresultaten bevestigen de uitspraken van Pleijsant. Van de ruim 400 respondenten geeft 20% aan binnen nu en begin 2019 afstand te willen doen van zijn of haar bedrijf. Veel van de onderzochte directeuren-grootaandeelhouders zijn eigenaar van een familiebedrijf, en zij kijken onder meer naar kansen voor opvolging door de volgende generatie. “Familiebedrijven zijn erg belangrijk voor de Nederlandse economie. Het is een goed teken voor BV Nederland dat volgende generaties in deze ondernemingen geloven en ze willen voortzetten. Zo blijft belangrijke werkgelegenheid intact.”
Maar voortzetting is niet altijd realistisch – zo is circa 10% van de DGA’s van plan hun onderneming op te heffen voor begin 2019. Pleijsant verklaart: “Een DGA kan tot de conclusie komen dat het beter is om met het bedrijf te stoppen, bijvoorbeeld omdat de vraag naar een bepaald product is afgenomen. Voor de werkgelegenheid is dat uiteraard erg jammer. Maar als het toekomstperspectief beperkt is, kan opheffen de beste optie zijn."
Zilvervloot
De verkoop van een bedrijf levert verkopende DGA’s in een groot aantal van de gevallen kapitaal op. De onderzoekers keken daarom ook naar welke plannen de verkopende eigenaren hebben met de opbrengsten. De grootste groep DGA’s wil de verkoopopbrengst aanwenden als aanvulling van zijn of haar pensioen (23%) of om een woning, auto en/of vakantie van te financieren (23%). 20% belegt de opbrengsten, terwijl 14% de opbrengsten schenkt aan kinderen en/of kleinkinderen en 11% het geld doneert aan goede doelen.
Pleijsant stelt echter dat in veel gevallen na de bedrijfsoverdracht niet direct de zilvervloot binnenvaart. “Veel DGA's schenken het bedrijf volledig of gedeeltelijk aan de volgende generatie”, vertelt hij. “De ontvanger hoeft dan minder te betalen voor de onderneming. Ook kan er gebruik worden gemaakt van gunstige fiscale regels, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Vooral bij een overdracht aan volgende generaties zoals kinderen, gebeurt dit regelmatig. Het kan ook dat een bedrijfsopvolger niet de financiële middelen heeft om de overname volledig te bekostigen en het niet mogelijk is om de hele koopsom te schenken. Om de overdracht dan toch mogelijk te maken, kan de verkopende DGA - zo nodig - een korting geven op de koopsom. Zo kunnen de fiscale regels ook van toepassing zijn”, sluit hij af.