Staat kan geen gouden aandeel nemen in ABN AMRO
De Nederlandse staat kan als aandeelhouder van ABN AMRO geen aanspraak maken op een bijzonder vetorecht. Oppositiepartij PvdA had hierover vragen gesteld aan minister Hoekstra van Financiën, om doorslaggevende invloed uit te kunnen oefenen op bijvoorbeeld beloningsbeleid. Volgens Hoekstra is dit op grond van het Europees recht niet mogelijk.
Er is momenteel weer veel aandacht voor het beloningsbeleid bij banken, niet in de laatste plaats vanuit de politiek. Dit heeft ongetwijfeld te maken met de situatie rond ING vorige maand. De regering heeft al aangekondigd uit te kijken naar nieuwe maatregelen, die het beloningsbeleid bij banken verder moeten reguleren. De oppositie gaat dit nog niet ver genoeg. Oppositiepartij PvdA had de minister van Financiën verzocht om uit te zoeken of het mogelijk is een zogenaamd gouden aandeel in ABN AMRO te nemen, dat in meerderheid nog steeds publiek bezit is. Dat is volgens minister Hoekstra (CDA) niet mogelijk.
De term gouden aandeel is geen officiële term. Het is synoniem voor een bijzonder vetorecht voor een specifieke aandeelhouder, in dit geval de Nederlandse staat. Nederland heeft zo’n gouden aandeel bij de voormalige staatsbedrijven KPN en PostNL, afgedwongen op het moment van beursgang. De Staat kan bijvoorbeeld beslissende invloed uitoefenen op het beloningsbeleid, waar het in dit geval om zou gaan. Volgens de minister is het op grond van Europese wetgeving niet mogelijk om een gouden aandeel in ABN AMRO te verwerven.
Nu niet te rechtvaardigen
In crisissituaties - bijvoorbeeld voor het waarborgen van de financiële stabiliteit - zou een gouden aandeel eventueel een mogelijkheid zijn. Hoekstra geeft aan dat zo’n maatregel nu niet te rechtvaardigen is, alleen om invloed op beloningen te houden. Dit kan immers ook met nieuwe wetgeving geregeld worden. GroenLinks heeft daarvoor een plan klaarliggen, wat inhoudt dat grote banken hun salarisvoorstellen eerst moeten voorleggen aan de minister van Financiën. Het plan zou steun genieten van zes andere partijen, weliswaar allemaal oppositie.