Minister Hoekstra wil financiële sector kort houden

18 december 2018 Banken.nl 4 min. leestijd

Meer verantwoording over topsalarissen, hoge kapitaalbuffers en een verplichte aanhoudtijd van vijf jaar voor aandelen die onderdeel zijn van vaste beloningen. Het is een greep uit de plannen van minister Hoekstra van Financiën over de toekomst van de Nederlandse financiële sector. Enerzijds voor de stabiliteit van de sector zelf, anderzijds voor de bescherming van consumenten.

Commercieel gezien gaat het de financiële sector voor de wind. De financiële crisis is nog maar een stipje in de achteruitkijkspiegel. In elk geval in Nederland schrijven de banken zwarte cijfers. Wat betreft de grootbanken lopen de winsten over een heel jaar weer in de miljarden. Dat is op zichzelf goed voor de economie en dus ook voor de samenleving. Toch heeft de sector publicitair geen bijzonder goed jaar achter de rug, onder meer door commotie over topbeloningen en onvoldoende inspanningen tegen witwassen. Met een nieuw pakket aan maatregelen wil het kabinet de stabiliteit van de sector waarborgen en tegelijk uitwassen die leiden tot maatschappelijke onrust minder kans geven.

Financiële sector aan zet

Volgens de minister is het in de eerste plaats aan de financiële sector om het vertrouwen te herstellen. “Vertrouwen is een belangrijke voorwaarde voor het goed functioneren van de financiële sector. Het is primair aan de sector om het vertrouwen te herstellen. De sector moet laten zien dat zij haar speciale maatschappelijke rol en verantwoordelijkheden serieus neemt. Financiële instellingen moeten hun klanten en de samenleving vakkundig en fatsoenlijk bedienen”, schrijft Hoekstra aan de Kamer.

Minister Hoekstra wil financiële sector kort houden

De plannen van Hoekstra komen niet uit de lucht vallen. Hij heeft eerder dit jaar al enkele malen gehint op meer regels voor de financiële sector. Deze brief aan de kamer is een praktische en uitgebreide uitwerking daarvan. Maar welke maatregelen heeft Hoekstra nu exact in de pijplijn zitten? Een aantal belangrijke op een rijtje.

  • Banken moeten hogere kapitaalbuffers aanhouden om voldoende weerbaar te zijn voor als het economisch wat minder gaat. Een minimum leverage ratio en op Europees niveau een extra opslag voor systeembanken. 
  • Een reclameverbod op flitskredieten en een goed alternatief voor de huidige kredietwaarschuwing.
  • Banken moeten meer investeren in hun poortwachtersrol om echecs als de witwas-affaire te voorkomen. Daarnaast moet er meer aandacht komen voor integriteit in de bedrijfscultuur.
  • Invoering van een wettelijke verplichting tot het aanhouden van aandelen in het vaste beloningsdeel, om kortetermijnprikkels te verminderen.
  • Financiële instellingen wordt verplicht om in hun beloningsbeleid meer rekening te houden met hun maatschappelijke functie en vooraf draagvlak te zoeken voor beloningsvoorstellen. Daarbij laat de minister zelfs onderzoeken of het mogelijk is om een deel van het vaste salaris terug te vorderen als een bedrijf zich moet wenden tot staatssteun.
  • De minister verwacht een actieve opstelling als het gaat om bijdragen aan de kabinetsdoelstellingen op het gebied van klimaat, onder meer door te rapporteren over de eigen CO2-voetafdruk.

Stabiliteit, integriteit en innovatie. Dat zijn de drie kernwoorden waar Hoekstra in zijn plannen op blijft hameren en die moeten bijdragen aan meer vertrouwen in de financiële sector. “Dat is geen eenvoudige opgave, gezien het feit dat de wereld om ons heen in rap tempo verandert en de toekomstige ontwikkelingen in de financiële sector veel onzekerheden kennen. (...) We zullen samen – de sector, de regelgever, de toezichthouders en andere stakeholders – oog moeten houden voor deze nieuwe ontwikkelingen en ons daarop zoveel mogelijk moeten voorbereiden.”

Vestigingsklimaat

Een interessante vraag is wat de maatregelen zullen betekenen voor het Nederlandse vestigingsklimaat voor financiële bedrijven. Nederland is nu al één van de strengere landen als het gaat om beloningsbeleid en dat wordt er op deze manier niet minder op. Op zichzelf hoeft dat niet problematisch te zijn, zolang er maar een zekere mate van Europese harmonie is.