Van Lanschot voorziet discussie over topbeloningen van nieuwe brandstof
Wealth management bank Van Lanschot heeft aangegeven de beloningen aan de top te willen verhogen. Topman Karl Guha en drie medebestuurders gaan er in de nieuwe plannen met meer dan 20% op vooruit. Deskundigen zijn van mening dat het gekozen tijdstip niet positief bijdraagt aan de discussie over topbeloningen in de bankensector.
De storm over topbeloningen in de bankensector stak vorige maand weer stevig de kop op. Sinds de financiële crisis waaide het zelden zo hard in de afgelopen jaren. Maatschappij en politiek verdrongen zich om hun verontwaardiging uit te spreken over de voorgenomen salarisverhoging van ING-topman Ralph Hamers. Die salarisverhoging is voorlopig op de lange baan geschoven. Daarmee leek de rust ook weer enigszins terug te keren, maar de aankondiging van een bovengemiddelde loonsverhoging voor de top van Van Lanschot zorgt voor hernieuwde onrust.
De vier bestuursleden van wealth management bank Van Lanschot gaan er volgens berichten een kwart op vooruit. Volgens de bank is dat nodig, omdat de bestuurders aanzienlijk minder verdienen dan collega’s bij andere bedrijven. Voor topman Karl Guha zou de loonsverhoging neerkomen op een salaris van ongeveer €1,5 miljoen.
Onverstandig moment
Vakbond FNV was er als de kippen bij om te spreken van een nieuwe deuk in het imago van de financiële sector. De bond stelt onaangenaam verrast te zijn door het nieuws dat “wéér een financiële instelling de beloning van de top exorbitant verhoogt”. Van een vakbondsman is een dergelijke reactie te verwachten. Maar ook deskundigen hebben kritiek. Bijvoorbeeld econoom Rens van Tilburg, directeur van het Sustainable Finance Lab (SFL). Hij wijst op het debat dat momenteel in het parlement gevoerd wordt, waarbij de regering niet zover wil gaan als sommige oppositiepartijen. “Het is buitengewoon onverstandig van Van Lanschot Kempen om op dit moment een voorstel te doen om de topsalarissen fors te verhogen. Een GroenLinks-wetsvoorstel om die topsalarissen verder aan banden te leggen was nét wat in de luwte geraakt en dreigt nu weer de wind in de zeilen te krijgen”, zegt hij tegenover BNR Nieuwsradio.
Benchmark
Van Lanschot heeft voor het berekenen van de loonsverhoging een zogeheten ‘benchmark’ gebruikt, een term die vaak valt in deze discussie. Volgens deskundigen wordt er echter wel selectief gewinkeld in het opstellen van die benchmark en wordt er vooral gekeken naar bedrijven die meer betalen aan hun bestuurders. Met een balanstotaal van zo’n €850 miljard is ING bijvoorbeeld bijna 60 keer groter dan Van Lanschot met circa €15 miljard balanstotaal. De salarissen aan de top liggen echter niet ver uit elkaar. Hamers van ING heeft een jaarsalaris van €2 miljoen, terwijl Guha (nu nog) op circa €1,2 miljoen zit. Zo bezien verdient Guha erg veel of Hamers juist erg weinig. De topmannen van ABN AMRO en Rabobank - allebei banken met een balanstotaal die enkele tientallen malen groter is dan Van Lanschot - zitten beneden de €1 miljoen.
Van Lanschot geen systeembank
Een veelgehoord argument over het beloningsbeleid bij ING is dat het een systeembank betreft. Als het fout gaat, dan moet de belastingbetaler de portemonnee trekken is de algemene teneur. Bij Van Lanschot is dat niet het geval. In termen van balanstotaal zou het omvallen van Van Lanschot hooguit voor een kleine trilling zorgen, maar zeker niet voor een aardverschuiving. Men zou dus kunnen betogen dat het een zaak is van de aandeelhouders. Als de bank klapt, bloeden enkel de aandeelhouders.
Herstel van vertrouwen
Volgens minister Wopke Hoekstra van Financiën draagt deze kwestie opnieuw niet bij aan het herstel van vertrouwen in de financiële vertrouwen. Hoekstra: “Het is belangrijk dat financiële ondernemingen zich rekenschap geven van hun maatschappelijke functie. Ze moeten zorgen voor een maatschappelijk gedragen beloningsbeleid”. Uiteindelijk is het niet aan de minister van Financiën om een beloning wel of niet goed te keuren, dat doen de aandeelhouders. Hoekstra wijst er echter op dat aanscherping van de beloningswetgeving momenteel op zijn bureau ligt.
