Tot 2023 moeten Europese banken rekenen op kredietverliezen van €400 miljard

29 juli 2020 Banken.nl 6 min. leestijd
Meer nieuws over

De corona-pandemie en daaraan gelieerde gevolgen als de lockdown zullen Europese banken in de komende drie jaar voor €400 miljard aan kredietverliezen kosten. Voor Nederlandse banken geldt dat ze gemiddeld genomen sterk de crisis ingaan in vergelijking met veel Europese concurrenten. Hoewel €400 miljard veel lijkt, is het amper de helft van de verliezen waar de financiële crisis van tien jaar geleden voor zorgde. Maar er is één grote zorg: een tweede lockdown. Deze zal zorgen voor een ruime verdubbeling van de huidige prognoses, zo blijkt uit onderzoek van strategisch advieskantoor Oliver Wyman.

‘Aim For Revival. Not Just Survival.’ Zo luidt de titel van het nieuwe onderzoeksrapoprt van consultancyfirma Oliver Wyman. Het tekent in een notendop de enorme uitdagingen waarvoor Covid-19 de bankensector stelt. Overleven is niet genoeg, sterk terugveren is nodig om ook in de toekomst relevant en liefst toonaangevend te zijn. 

De eerste berichten over verwachte kredietverliezen kwamen al naar boven bij de kwartaalcijfers van onder meer ABN AMRO en ING. ABN AMRO vertienvoudigde de stroppenpot, ING hield het op dat moment bij een factor drie, al kwam de oranje bank gisteren met het nieuws dat het – in aanloop naar de halfjaarcijfers – alvast €300 miljoen extra afschrijft op goodwill.   

Die eerste afschrijvingen bleken slechts de inleidende beschietingen van een artilleriesalvo dat volgens Oliver Wyman gaat oplopen tot tenminste €400 miljard. Door Covid-19 geven consumenten minder uit, draaien bedrijven minder omzet, worden leningen in toenemende mate niet terugbetaald en zo verder. Vooral de lockdown heeft een desastreus effect gehad op de economie. 

Zoals in de figuur hierboven zichtbaar hadden Europese banken in de jaren 2017-2019 – in economisch gunstige tijden – te maken met kredietverliezen van €160 miljard. De coronacrisis zorgt voor twee en half keer zo veel verliezen. Maar dat is slechts in het scenario van één lockdown. Zoals de situatie zich in Europa nu ontwikkelt kan een tweede lockdown er zomaar een keer zijn en dan is de schade een stuk groter. De kredietverliezen verdubbelen dan nog eens ruim tot €830 miljard, gelijk aan de financiële crisis van tien jaar terug. 

Logischerwijs volgt de figuur aan de rechterkant het patroon van de linkerfiguur. Het percentage ‘non performing loans’ ten opzichte van het totale bedrag aan uitstaande leningen neemt toe tot 7,7% in het geval van één lockdown en 10,1% in het geval van twee lockdowns. Om nog maar niet te beginnen over meer lockdowns… 

Vlucht naar voren kiezen

“Hoewel veel banken het moeilijk zullen krijgen, lijkt het er op dit moment niet op dat de pandemie de Europese bankensector zal verlammen. Er zijn ambitieuze herstructureringsinspanningen nodig, die alleen zullen slagen als banken de betrokkenheid en steun van beleidsmakers en toezichthouders krijgen”, stelt Christian Edelmann, co-hoofd van EMEA Financial Services bij Oliver Wyman. 

Edelmann vervolgt: “Dat omvat onder andere het overeenkomen van transformatieplannen met kapitaaleffecten op korte termijn, het aanmoedigen van snellere consolidatie en het versnellen van de inspanningen om tot een eengemaakte financiële markt te komen. Het alternatief is een systeem dat worstelt om de economische groei te ondersteunen en achterblijft bij de rest van de wereld.” 

Zoals bij elk onderwerp met een Europees perspectief is sprake van significante verschillen tussen diverse landen. Dat is in deze niet anders, vanwege het feit dat elk land zijn eigen vertrekpunt heeft en zijn eigen type economie. 

“De groep grote Nederlandse banken gaat de crisis in met een relatief sterke positie. Zo heeft de groep een gemiddelde kernkapitaalratio (CET1) van meer dan 16% en een rendement op eigen vermogen (RoE) van ongeveer 7%, beide boven Europese gemiddelden. De sterke kapitaalpositie en inkomsten helpen de impact van relatief grote verliezen te verzachten en zorgen ervoor dat de banken relatief sterk uit de crisis zullen komen als het zich ontwikkelt zoals nu verwacht”, aldus Ted Rudholm-Alfvin, partner bij Oliver Wyman.

"De groep grote Nederlandse banken gaat de crisis in met een relatief sterke positie."

“Gedurende de huidige crisis heeft de Nederlandse regering veel gedaan om de klap voor banken te verzachten, waardoor een verlaging van de kapitaalratio's is voorkomen. Als Nederlandse banken erin slagen strenge kostenbesparende initiatieven door te voeren en kredietverliezen zorgvuldig te beheren, zullen ze niet alleen sterker uit de crisis komen dan andere Europese spelers, maar zullen ze zelfs in de aanval kunnen gaan, denk bijvoorbeeld aan overnames. Ook kunnen ze hun pre-COVID-plannen beschermen zoals digitalisering en financiering van het klimaatakkoord.”

Oplossingen om tij te keren

Om broodnodige transformatieplannen te kunnen uitvoeren is evident geld nodig, veel geld meestal. Oliver Wyman waarschuwt dat meer dan de helft van het kapitaal in het systeem zal zitten in banken die zich ‘in onzekerheid’ bevinden, met net genoeg kapitaal om aan de wettelijke vereisten te voldoen maar een zwak rendement genereren. En dus onvoldoende geld verdienen om transformaties te financieren. 

De onderzoekers stellen diverse oplossingen voor om het hierboven vermelde tij te kunnen keren. Wat betreft Frankrijk en Duitsland zijn er nog grote voordelen te behalen door te snijden in het fysieke kantorennetwerk. Daarbij wordt gewezen naar de kwaliteit van online banken die op uiterst efficiënte wijze bankdiensten hebben opgezet, hoewel deze trouwens evengoed moeite hebben met het verdienen van geld.  

In de vlucht naar voren adviseert Oliver Wyman om nu te investeren in digitalisering en het verbeteren van de klantervaring, om zodoende de inkomsten te kunnen verhogen en de kosten te kunnen drukken. Ook zal er extra aandacht moeten komen voor Bijzonder Beheer, waar het de komende jaren erg druk gaat worden. 

Het universele bankmodel is straks nog maar voor een select groepje weggelegd.

De onderzoekers stellen verder dat het universele bankmodel – consumentenbank, zakenbank, transactieverkeer en kapitaalmarktactiviteiten – straks nog maar voor een handjevol is weggelegd. Banken met een sterke propositie op een bepaald onderdeel moeten overwegen om zich daarop verder te specialiseren teneinde voldoende rendabel te kunnen zijn. 

Ten slotte kan consolidatie – zowel binnen als buiten de eigen markt – een keuze zijn om te zorgen voor voldoende verdiencapaciteit, meer specifiek door het tegengaan van fragmentatie en het vergroten van de schaal. Volgens Oliver Wyman zijn aandeelhouders vaak sceptisch over de verwachte synergie-voordelen, temeer omdat voor grotere partijen ook strengere kapitaalbuffers gelden. Men haalt echter Spanje aan als voorbeeld, dat sinds 2008 van ongeveer veertig banken is teruggegaan tot een verzameling van twaalf banken van gemiddelde grootte, in slechts vijf jaar tijd.