Jeffrey Colin (Valcon) over de CSRD: ‘De tijd van wachten is voorbij’
2025 belooft een interessant jaar te worden voor financiële instellingen. Nu de CSRD van kracht is, moeten ze voor het eerst hun duurzaamheidsrapportages publiceren. Een mooie stap richting een duurzamere economie, vindt Jeffrey Colin van Valcon. Maar hij ziet ook nog veel haken en ogen. We spraken hem erover.
Zo’n vijf jaar geleden bepaalde de Europese Unie dat Europa per 2050 klimaatneutraal moet zijn. Om de daad bij het woord te voegen werd de Europese Green Deal opgetuigd, met daarin een centrale rol weggelegd voor de Corporate Sustainability Reporting Directive.
De CSRD schrijft voor dat bedrijven moeten publiceren welke duurzaamheidsstrategie zij hebben geformuleerd (inclusief doelstellingen), wat het beleid en de maatregelen zijn om die doelen te behalen én hoe het staat met de voortgang. Al met al moet de richtlijn zorgen voor meer transparantie en betere kwaliteit duurzaamheidsinformatie van grote organisaties.
Met frisse moed bereidden financiële instellingen zich de afgelopen jaren voor om over 2024 te kunnen rapporteren op een wijze die CSRD-proof is, constateert ook Jeffrey Colin. De Associate Partner van Valcon ziet tegelijk echter nog enkele fundamentele uitdagingen.
Onvergelijkbaar
Dat begint al bij het startpunt: de zogeheten dubbele materialiteitsanalyse (DMA). Deze beoordeling helpt bij het vaststellen waar een bedrijf impact kan hebben op het gebied van duurzaamheid. Aan de hand daarvan wordt bepaald wat de bijbehorende kansen en risico’s zijn die moeten worden opgenomen in het CSRD-rapport.
Deze DMA verschilt echter flink per bank. Dat is op zich vrij logisch, legt Colin uit. “Financiële instellingen voeren natuurlijk allemaal een verschillend beleid. De één focust bijvoorbeeld op de agrarische sector, de ander juist weer meer op de hypotheekmarkt. Maar dat betekent wel dat CSRD-rapportages inhoudelijk behoorlijk van elkaar kunnen verschillen.”
Daar komt nog eens bij dat het voor alle financiële instellingen de eerste keer is dat ze rapporteren volgens de CSRD. “Het voelt hierdoor soms nog wel als een soort testfase. Elke bank gebruikt daarbij zijn eigen methodes op basis van zijn eigen data, waardoor bedrijven – als ze al over dezelfde thema’s rapporteren – totaal verschillend te werk gaan.”
Opgeteld is Colin heel benieuwd hoe de CSRD-rapportages over 2024 eruit zullen zien. Maar één ding staat volgens hem buiten kijf: “De CSRD had de doelstelling om duurzaamheidsprestaties te vergelijken, dat lijkt maar beperkt te lukken.”
Good practices
Dit signaal heeft ook de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) opgevangen. Om de vergelijkbaarheid te vergroten, wil de branchevereniging – die overigens zelf betrokken was bij de totstandkoming van de CSRD – meer guidance geven aan het proces aan de hand van good practices.
En dat komt volgens Colin op een goed moment. “We zitten nu al in de fase dat we moeten gaan nadenken hoe we over het volgende jaar willen rapporteren. Nu de EFRAG met aanvullende guidance is gekomen met hoe een DMA eruit hoort te zien, worden bedrijven gedwongen om opnieuw naar hun aanpak te kijken.”
Dat kan echter wel betekenen dat financiële instellingen op onderdelen terug naar de tekentafel moeten. Volgens Colin bepaald geen sinecure. “Bedrijven moeten de rekenmethodes waar ze de afgelopen jaren intensief mee hebben gewerkt mogelijk alweer aanpassen.”
“Maar je verandert niet zomaar van rekenwaardes of kpi’s, daar gaat echt veel tijd overheen. Omdat de wettelijke vereisten vanuit de CSRD ook gewoon voor volgend jaar gelden, moeten financiële instellingen goed nadenken hoe ze dat proces in een relatief korte periode zo goed mogelijk vorm kunnen geven.”
Gebrek aan afstemming
Een andere fundamentele uitdaging rond de CSRD zit in de link – of beter gezegd: de kans dat die ontbreekt – tussen de doelen waarover bedrijven rapporteren en de hoger gestelde doelen uit bijvoorbeeld het Parijsakkoord.
"Het verlies van biodiversiteit is een ondergeschoven onderwerp binnen de wereld van verduurzaming.”
Colin legt uit: “De CSRD vormt natuurlijk een stimulans om progressie te boeken op duurzaamheidsdoelen. Bedrijven worden ook gedwongen om over hun progressie te rapporteren. Maar wat níet inherent in de CSRD is ingegeven, is of die doelstellingen ook daadwerkelijk zullen bijdragen aan – bijvoorbeeld – het beperken van de opwarming van de aarde tot maximaal anderhalve graad.”
Colin pleit er dan ook voor om daar als sector een antwoord op te formuleren. “Is één plus één plus één daadwerkelijk drie? Daar kloppend antwoord op geven vergt veel afstemming in de markt en richtlijnen geformuleerd door beleidsbepalers.
Ondergeschoven thema’s
Tot slot waarschuwt Colin – juist in relatie tot die opwarming van de aarde – voor tunnelvisie. “Het is natuurlijk goed dat bedrijven zich vol storten op het terugdringen van bijvoorbeeld hun (in)directe CO2-uitstoot, maar er is veel meer nodig om een duurzame toekomst te creëren.”
Hij ziet dat de DMA’s op het gebied van het klimaat behoorlijk sterk ontwikkeld zijn, maar andere cruciale thema’s blijven ver achter. De belangrijkste is misschien wel biodiversiteit.
“Het verlies daarvan – en het gaat echt hard – heeft catastrofale gevolgen voor ons economisch systeem. Maar als je kijkt hoeveel focus het ontvangt vanuit de sector, dan kun je niet anders concluderen dan dat het een ondergeschoven onderwerp is binnen de wereld van verduurzaming.”
Ook circulariteit krijgt consequent te weinig aandacht. “Dat zien we ook terug in de budgetten die worden vrijgemaakt om deze problemen te tackelen, die liggen echt op een lager niveau dan binnen het klimaatdomein.”
Elke laag
Opgeteld resteren er dus nog genoeg uitdagingen rond de CSRD. Dat is waar Valcon om de hoek komt kijken. Het adviesbureau heeft de afgelopen jaren een behoorlijke staat van dienst opgebouwd in de implementatie van de CSRD, en wil die kennis nu inzetten om te zorgen dat de richtlijn ook daadwerkelijk bijdraagt aan een duurzamere economie.
“Bedrijven blijven afwachtend omdat ze niet weten welke methodes ze moeten gebruiken, niet over de juiste data beschikken of het systeemlandschap niet geschikt is om die data te verwerken. Vanuit onze disciplines – consulting, data en technologie – kunnen wij echt in elke laag helpen”, stelt Colin.
“Onze consultants kunnen ondersteunen bij het formuleren van heldere doelstellingen en daaraan gekoppelde strategieën, onze data-experts zorgen er vervolgens voor dat de ontwikkelde rekenmethodes worden voorzien van de juist input en onze IT-consultants zorgen er tot slot voor dat onze klanten ook daadwerkelijk over de systemen beschikken die ze nodig hebben om over hun progressie te rapporteren.”
Colin wil dan ook het liefst zoveel mogelijk organisaties op weg helpen – en vooral ook zo snel mogelijk. “De tijd van wachten is voorbij, we moeten nú handelen. Niet alleen voor het klimaat, maar ook voor het behoud van biodiversiteit en meer circulariteit. Alleen samen kunnen we deze weg bewandelen.”