Europees cloud-project Gaia-X lijkt vroege dood te sterven

19 november 2020 Banken.nl

Banken behoren tot de grote groep bedrijven die in toenemende mate richting de cloud bewegen en redelijkerwijs slechts kunnen kiezen uit Amerikaanse aanbieders. Het initiatief van een aantal Europese lidstaten om gezamenlijk een robuuste en niet van de VS afhankelijke cloud-dienst op te zetten heeft moeite van de grond te komen, zo meldt zakenkrant FD. Ongeacht de kwaliteit die de Amerikanen leveren, het gaat ten koste van Europese ‘digitale soevereiniteit’. 

De cloud heeft evidente voordelen ten opzichte van conventionele IT-systemen, in jargon ‘on-premise’ genoemd. Momenteel misschien wel de belangrijkste is dat cloud-systemen plaatsonafhankelijk toegankelijk zijn. Dat is bijzonder handig in een periode dat het merendeel van de bankmedewerkers vanuit huis werkt. Los daarvan dragen omvangrijke investeringen in cyberveiligheid, krachtige en goed onderhouden server-parken alsmede het niet afhankelijk zijn lokale IT’ers bij aan het huidige succes van de cloud. En zo zijn er diverse andere voordelen te benoemen.

Amerikaans monopolie

Zowel grote als kleine banken die naar de cloud willen komen vrijwel automatisch uit bij één van de grote Amerikaanse aanbieders. Dat zijn Amazon Web Services (AWS), Microsoft Azure en Google Cloud, met een stukje daarachter nog namen als Oracle en IBM. ABN AMRO werkt bijvoorbeeld met Microsoft Azure, evenals de Nederlandse internetspaarbank LeasePlan Bank. Deutsche Bank sloot recent een innige samenwerking met Google, terwijl HSBC dat deed met Amazon.  

Dat leidt er automatisch toe dat veel – zo niet alle – data van Europese consumenten opgeslagen en beheerd wordt door Amerikaanse partijen. De enige andere cloud-aanbieders die voldoende slagkracht bieden zijn Chinese partijen. Kijkend naar de discussie die er al is rond Huawei en de aanleg van 5g-netwerken is dat niet echt een reële optie. 

Meerdere Europese landen hadden de droom gezamenlijk een Europese cloud-dienst op te zetten, om die afhankelijk van niet-Europese aanbieders te verkleinen. Frankrijk en Duitsland startten daarom met het project Gaia-X. Daarbinnen gaat het vooral om technologische standaarden overeen te komen. Volgens zakenkrant FD lijkt het echter al in een vroeg stadium fout te gaan. 

In de kiem gesmoord

Dat komt onder meer doordat weinig partijen staan te springen om fors te investeren in een dienst waarvan het toekomstige succes nog allerminst zeker is en waar nu nog relatief weinig andere landen achter staan. Daar komt volgens het geruchtencircuit nog bij dat Franse ondernemingen vooral bezig zijn hun eigen standaarden erdoor te drukken, wat hen in essentie op een technologische voorsprong zet ten opzichte van concurrerende partijen uit andere landen. Het is eens te meer een uitvergroting van waarom het de EU maar moeilijk lukt om eensgezind te zijn. Nationale belangen wegen doorgaans zwaarder dan supranationale belangen. 

Rest nog de vraag of het erg is dat men afhankelijk is van de Amerikanen en waar de zorgen het grootst zijn. De zorgen liggen niet zozeer in het scenario dat zulke partijen omvallen, maar vooral op het vlak van security en privacy. “Sommige vinden het een risico, dat is afhankelijk van aan wie je het vraagt. Je hebt een afhankelijkheid met een bigtech. Maar is dat meer risico dan dat bedrijven nu en in de laatste tientallen jaren liepen? Als puntje bij paaltje komt denk ik van niet. Daarom vertrouwen we volledig op deze grote partijen”, aldus een IT-lead van een grote Nederlandse bank.