Bank of America introduceert 'VR-training' voor personeel
Glazige blikken, studenten die halverwege de les nog steeds niet weten wat er van ze verwacht wordt of mobiele telefoontjes die voor afleiding zorgen. Het zijn bekende (en frustrerende) taferelen voor een gemiddelde docent of opleider. Om dit soort problemen te bestrijden en om de kwaliteit van haar interne opleidingen te verbeteren zet Bank of America een nieuw wapen in: virtual reality (VR).
Waar de techniek van virtual reality al een tijdje wordt gebruikt in de gaming- en filmwereld, raken bedrijven uit de zakelijke dienstverlening ook steeds meer vertrouwd met de technologie. Zo kondigde bijvoorbeeld BNP Paribas in 2018 al aan dat zij vastgoedinvesteerders een virtuele rondleiding wilde geven in panden waar interesse voor bestond. Ook Bank of America heeft de VR-techniek nu dus ontdekt.
De commerciële bank kondigde afgelopen week aan om een deel van haar opleidingen en cursussen in een virtuele wereld plaats te laten vinden. De bank werkt hierbij samen met VR-startup Strivr. Na een succesvolle pilot onder 400 werknemers, is het de bedoeling de techniek in te zetten om 50.000 klantgerichte werknemers van een betere opleiding te voorzien.
Empathische VR-training
Van lessen over hypotheken en leningen tot fraudedetectie, volgens John Jordan, Head of Academy bij Bank of America, zijn de mogelijkheden van de techniek eindeloos. Zo stelt Jordan dat men zelfs bezig is om virtuele trainingen te ontwikkelen, waarbij werknemers hun empathische vaardigheden kunnen verbeteren. Werknemers kunnen zo worden getraind om beter met emotionele klanten, bijvoorbeeld in het geval de partner van de persoon is overleden, te communiceren.
Virtual reality is in staat de volledige aandacht van een cursist te trekken en dat is precies de reden waarom de bank voor de techniek gekozen heeft. Ook noemt Jordan het een mooie manier om de valkuilen die horen bij conventioneel lesgeven, te ontlopen. “We doen het rustig aan”, stelt Jordan tot slot. “We zien dit echt als een manier om de kwaliteit van ons lesprogramma te verbeteren.”
