Banken spelen met eigen digitale submerken in op populariteit fintechs
Vanwege de toenemende winstgevendheid en populariteit van fintechs tuigen traditionele banken steeds vaker eigen digitale submerken op. Uit het World FinTech Report 2021 van Capgemini en Efma blijkt dat de fintech-sector – ondanks de volatiele omgeving – in het vierde kwartaal van 2020 een groei van 11% in transactieactiviteit op jaarbasis heeft weten te realiseren, na vier opeenvolgende jaren van daling.
Het onderzoek is gebaseerd op inzichten uit drie primaire bronnen: de Global Retail Banking Voice of the Customer enquête 2021, de Retail Banking en FinTech Executive enquêtes en interviews 2021 en de World FinTech Report 2021 Executive Steering Committee, bestaande uit bestuurders die banken, fintechs, technologiepartners, VC’s en business enablers vertegenwoordigen over de hele wereld. Samen omvatten deze primaire onderzoeksbronnen inzichten uit 33 markten wereldwijd.
De wereldwijde adoptie van digitale modellen tijdens de coronacrisis heeft fintechs in staat gesteld om marktaandeel te veroveren. Maar liefst 25% van de consumenten wereldwijd – die op zoek zijn naar snelheid, gepersonaliseerde diensten en gemak – geeft aan dat ze bankproducten van nieuwe financiële spelers willen uitproberen.
Hoewel steeds meer consumenten aangeven een overstap naar een fintech te overwegen, heeft het overgrote deel nog genoeg vertrouwen in hun eigen traditionele bank. 68% van de ondervraagden geeft aan dat ze een digital-only aanbod van hun primaire bank zouden uitproberen.
Belang van een eigen digitaal submerk
Om ook in te toekomst relevant te blijven bereiden gevestigde banken zich voor om hun sterke punten (wereldwijd bereik en klantvertrouwen) te benutten en tegelijkertijd hun zwakke punten (verouderde IT en klantervering) te verbeteren. Volgens de onderzoekers is het centraal stellen van de gebruiker daarbij de belangrijkste prioriteit. “Naarmate de sector zich verder ontwikkelt, moeten banken zich op specifieke markten richten en op lokaal niveau aan de vraag van de consumenten voldoen.”
Banken erkennen daarbij het potentieel van een soepele digitale ervaring. Van de ondervraagde bankdirecteuren geeft 63% aan dat een uitsluitend digitale dochteronderneming alomtegenwoordig bankieren mogelijk maakt, 50% zegt dat nieuwe producten hierdoor sneller op de markt komen en 52% zegt dat het de samenwerking met het ecosysteem vergemakkelijkt dankzij plug-and-play-functionaliteit.
De onderzoekers schetsen drie benaderingen – Greenfield, Bluefield en Brownfield – voor traditionele banken die een digitale dochteronderneming willen oprichten en bevelen tevens een ‘right-field’ methodologie aan die een visie definieert, een stevige basis ontwikkelt en een groei op lange termijn stimuleert via een cultuur die dit ondersteunt.
Overigens wordt in het onderzoek ING’s Yolt-app als succesvol voorbeeld gegeven van de Brownfield methode. Het digitaal financieel huishoudboekje werd door het innovatieteam van ING ontwikkeld, waarna het op eigen voet verder ging. Desondanks behoudt ING een zekere mate van controle. Inmiddels heeft Yolt meer dan 1,5 miljoen gebruikers en meer dan 31 partners.
Beren op de weg
De onderzoekers van Capgemini en Efma waarschuwen echter voor oude denkpatronen en bedrijfsmodellen, die het traject naar een digital-only bank in de weg staan. Zo noemen ze onder meer een gebrek aan steun van het moederbedrijf op de lange termijn (47%), de onwil om strategische kannibalisatie van het klantenbestand van het moederbedrijf op de korte termijn te ondersteunen (43%) en op het feit dat meer dan de helft (55%) moeite heeft om zwakke digital-only proposities aan te pakken.
“Naarmate fintechs aan invloed en marktaandeel blijven winnen, moeten traditionele banken een hybride model ontwikkelen door achter de schermen hun middle- en backoffice-activiteiten te moderniseren en tegelijkertijd meerdere digital-only entiteiten op te richten om specifieke klantsegmenten te bedienen.”
Volgens Alexander Eerdmans, Head of Financial Services bij Capgemini Invent, zijn fintechs wendbaar en slagvaardig en dwingen ze daarmee ook banken tot snellere innovatie. “Zo zien we nieuwe betaaldiensten zoals ‘buy now-pay later’ handig inspelen op de nieuwe mogelijkheden onder PSD2.”
Ook de oplossingen die consumenten adviseren slimmer met hun geld om te gaan worden steeds beter. “Wij raden banken aan om niet alles zelf te willen doen maar de samenwerking op te zoeken en initiatieven te helpen schalen. Het volgen van opkomende ontwikkelingen in de markt is daarbij cruciaal”, besluit hij.
