Karel Baert: ‘Je bent eigenlijk maar zo goed als je laatste opdracht’

14 oktober 2021 Banken.nl 5 min. leestijd
Meer nieuws over

In de Leaders in Finance-podcast ging gastheer Jeroen Broekema in gesprek met Karel Baert, CEO van Febelfin, de Belgische vertegenwoordiging van de financiële sector. Het werd een veelzijdig en eerlijk gesprek met zakelijke, financiële en persoonlijke ingrediënten.

Karel Baert (61) groeide op in West-Vlaanderen in de buurt van Brugge. Na het behalen van zijn diploma recht aan de Universiteit van Leuven (waar hij later nog een master in financial management aan toevoegde) startte hij zijn professionele loopbaan bij een advocatenkantoor. Het duurde echter niet lang eer hij de overstap maakte naar de bankenwereld.

Na een decennium Deutsche Bank en leiderschapsrollen bij B-post Bank verliet hij de financiële branche weer om te gaan werken bij internationaal executive search-kantoor Egon Zehnder. In 2006 kreeg hij de rol van Global Partner. Vorig jaar vertrok hij na 20 jaar, en begon hij aan zijn huidige rol: CEO van Febelfin.

Karel Baert, CEO van Febelfin

Febelfin behartigt de Belgische financiële sector, met uitzondering van de verzekeringsmaatschappijen. “Dat wil zeggen dat Febelfin zowel banken, asset managers, beursgenootschappen en leasing maatschappijen vertegenwoordigt”, licht Baert toe. Hij geeft aan dat er een verschil bestaat met Nederland. “In tegenstelling tot Nederland hebben wij geen apart betaalverkeer – dat is ook binnen de organisatie Febelfin.”

Staat van dienst

Baert heeft een lange staat van dienst binnen de financiële sector. Dat hij in die wereld terechtkwam was overigens voor hem geen uitgemaakte zaak. Hij vertelt dat hij – toen hij nog studeerde – nooit had gedacht om in de financiële sector te werken. “Het leek mij zeer saai, zoals ook verzekeringen. Ik dacht: ‘dat is iets wat ik niet wil doen’.”

Dat hij toch relatief snel – na te zijn begonnen als advocaat – de overstap maakte naar het bankwezen had te maken met een advertentie van Deutsche Bank in Brussel, waar ze een accountmanager zochten. “Gezien ik na mijn studies nog een jaar in Duitsland gespecialiseerd had, vond ik het wel interessant omdat dat een mooie match was. Ik kon die ervaring uit Duitsland inzetten.” Baert werd geselecteerd en dat motiveerde hem. “Het heeft mij zo gegrepen dat ik toch bijna tien jaar bij de Deutsche Bank gebleven ben.”

Uiteindelijk kreeg hij de kans om in Duitsland te werken. Hij heeft daar naar eigen zeggen “heel veel geleerd”. “Daar kreeg ik de gelegenheid om een regio te leiden en ik was de enige niet-Duitser die toen een regio leidde.” Hij vertelt dat zijn gezin daar toen echt “wortel heeft geschoten”. “Dat is een fantastische tijd geweest. De kinderen zijn daar naar school geweest en die spreken nog van deze periode.”

Andere invalshoek

Baert heeft een aantal keren in zijn carrière een overstap gemaakt. Zo was er ook de overgang vanuit de bankenwereld naar de executive search bij Egon Zehnder, waar hij vanuit een andere invalshoek binnen de sector bezig was. “Ik werkte daar vanuit het perspectief van het talentmanegement in brede zin, waar je toch een uniek zicht krijgt op de samenleving en dan met name op de financiële sector.”

“Het is een zeer harde sector, in die zin dat als je dat te veel overkomt je gewoon ‘out’ bent.”

Die tijd heeft hij veel mensen ontmoet op het hoogste niveau binnen de bedrijven en organisaties waar hij voor werkte. Hij vertelt dat hij – gedurende de twintig jaar dat hij er werkte – heeft gemerkt dat men veeleisender is geworden. “Ik denk dat de sector misschien iets moet oppassen dat de mensen niet te veel in vakjes gezet worden van scoring van bepaalde competenties. Benchmarking moet je zeker doen, maar je mag daar niet te ver in gaan. Ik denk dat je altijd de kandidaat in zijn geheel moet blijven beschouwen.”

Gevraagd of Baert weleens mensen heeft geplaatst waarvan hij later dacht dat het toch geen goede zet was geweest, is zijn antwoord bevestigend: “Ik ben ervan overtuigd.” Hij vult gelijk aan: “Maar daar leer je ook uit. Het is een zeer harde sector, in die zin dat als je dat te veel overkomt je gewoon ‘out’ bent. Want je bent eigenlijk maar zo goed als je laatste opdracht.”

In dat verband vindt hij het ook van belang om juiste feedback te krijgen. Vooral zijn echtgenote heeft daar een belangrijke rol in gespeeld. “Omdat zij mij nu ook al 35 jaar goed kent en ook eerlijke feedback geeft. Dat is natuurlijk iets, dat is een ‘very precious gift’ dat iemand eerlijke feedback geeft. Het is ook een van de waardevolste dingen die je kunt krijgen van een collega.”

Bloeiende economie

Een belangrijke drijfveer voor Baert is een combinatie van enerzijds het bereiken van bepaalde objectieven – “zaken waarvoor ik wil vechten en objectieven die ik wil bereiken” – en anderzijds het bewust zijn van een “zekere harmonie”. Hij vat het zelf in passend Engels samen: “I want to leave a legacy behind, and I want to belong to a group and be part of that to contribute.”

In die context wil hij zich in zijn huidige functie dan ook graag inzetten voor thema’s als duurzaamheid en het ondersteunen van de economie. “Ik denk dat juist een bloeiende economie een voorwaarde is om welvaart te creëren. Om sociaal goed werk te kunnen doen ten dienste van de maatschappij moet je uiteindelijk een goed draaiende machine hebben die dat kan financieren.”

Broekema houdt Baert ook een interessante teaser voor als hij zegt dat België en Nederland – als relatief kleine landen – nooit zo’n prominente rol zullen spelen als financieel centrum zoals bijvoorbeeld Londen. Baerts’ antwoord is genuanceerd: “Ik denk dat we wel degelijk voorloper kunnen zijn, maar ik denk dat we dan heel goed moeten focussen op welk vlak we dat willen zijn. Dat kan bijvoorbeeld op ESG zijn, op duurzaamheid, maar ook op innovatie.”

Ten slotte het verrassende (deel 1) antwoord van Baert op de loopbaanadviesvraag: “Zorg ervoor dat je in je carrière ook voortdurend aandacht besteedt aan het thuisfront – dat je altijd een zeker evenwicht behoudt en je daar ook een evenwicht vindt voor jezelf. Het thuisfront kan natuurlijk familie zijn, maar ook vrienden, dus zorg dat je de band met die mensen niet opgeeft. Dát is een basiselement.”

Voor deel twee van het antwoord, luister hier naar de podcast.