Akkoord over strengere EU-regels omtrent anti-witwassen en terrorismefinanciering
Eind vorig jaar sloten de De Europese Raad en het Europees Parlement een voorlopig akkoord over nieuwe verordeningen die witwassen (AML) en terrorismefinanciering (CFT) moeten tegengaan. De overeenkomst moet alleen nog formeel goedgekeurd worden door diverse geledingen van het Europees Parlement.
De Europese antiwitwasverordeningen worden op diverse wijzen herzien en aangevuld. Om te beginnen worden dienstverleners van crypto-activa, handelaren in culturele en luxe goederen, professionele voetbalclubs en zaakwaarnemers opgenomen in de lijst van meldplichtige entiteiten.
Daarnaast wordt het uitvoeren van due diligence voor dienstverleners van crypto-activa verplicht bij transacties van 1.000 euro of meer. Verder moeten kredietverleners en financiële instellingen een strengere due diligence toepassen, wanneer ze te maken hebben met zeer vermogende zakenrelaties.
Zulke strengere due diligence-eisen zien we meer terug in de nieuwe regels. Bij transacties en zakelijke relaties met hoogrisicolanden wordt een striktere due diligence vereist, als tekortkomingen in nationale regimes voor witwasbestrijding en terrorismebestrijding de EU-interne markt bedreigen.
Uitbreiding controle op beneficial owners
Het moet met de nieuwe regels tevens makkelijker worden om te bepalen wie de uiteindelijke eigenaar (beneficial owner) van een juridische entiteit is, doordat er strengere eisen komen aan de registratie ervan.
Het gros van de herziene regels uit de bestaande verordening heeft als gemeenschappelijk thema dat controlerende instanties, zoals het Kadaster en de financiële inlichtingeneenheid, meer controlebevoegdheden krijgen. Ook worden er nieuwe organen opgezet om ook buiten de financiële sector meer grip op witwassen te krijgen.
Een daarvan is de European Anti-Money Laundering Authority (AMLA). Die zal toezichtsbevoegdheden krijgen over bepaalde financiële instellingen, waaronder crypto-activadienstverleners. AMLA heeft ook een ondersteunende rol in de beoordeling en onderzoek van mogelijke schendingen in de niet-financiële sector.