Woning- en hypotheekmarkt trapt 2024 stevig af door nieuwe leennormen
Het aantal hypotheekaanvragen binnen de Nederlandse woningmarkt is in januari met 15% gestegen, zo blijkt uit een analyse van De Hypotheekshop. De oorzaak ligt vermoedelijk in de lagere rentes en stijgende inkomens. De groei geldt voor zowel bestaande als nieuwbouwwoningen.
De hypotheekadviseurs wijzen op de impact van de nieuwe leennormen die sinds begin dit jaar gelden. Daardoor kunnen meer starters voor een lening met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) kiezen en kunnen zij duurzaamheidsmaatregelen in de hypotheek opnemen.
“Natuurlijk helpen de nieuwe leennormen hierbij, want het betreft op dit moment vooral woningen voor starters. Door het hoge energielabel en omdat ze alleenstaand zijn kunnen starters opeens 46.000 euro meer lenen”, licht een adviseur van De Hypotheekshop toe.
Verder blijkt uit de analyse dat in de nieuwbouwsector het vertrouwen herstelt, mede als gevolg door de hogere inkomens, dalende overbruggingsrente en de aangepaste leennormen. “De verhoging van de NHG-grens naar 435.000 euro stimuleert nieuwbouw in regio's met beperkte alternatieven.”
Het CBS meldt een lichte daling in opgeleverde nieuwbouwwoningen in 2023. Daarover zegt De Hypotheekshop: “De huidige mate van nieuwbouw wordt door veel hypotheekadviseurs als onvoldoende beschouwd”. Daarbij zou er vooral vraag naar meer starterswoningen en woningen voor ouderen bestaan, om een vlottere doorstroming te realiseren.
“Het feit dat veel ouderen wel willen verhuizen naar een kleinere woning, maar nog niet naar een appartement, draagt bij aan de stagnatie op de markt”, schrijven de adviseurs.
De vaste hypotheekrente (10 jaar NHG is het belangrijkste tarief) is daarnaast sinds eind oktober aan het dalen. “De ruimte voor verdere verlagingen is echter beperkt.”
Tot slot geven ze aan dat ondanks enkele renteverhogingen de hypotheekrente zich op het niveau van september 2022 bevindt. “De variabele hypotheekrente vertoont nog geen daling, maar sommige geldverstrekkers verlagen de overbruggingsrente.”
