Robbert Jan Kromkamp (ING Groenbank): ‘Elke financieringsaanvraag is een succes’
ING Groenbank gaat integreren met het moederbedrijf. Daarmee begint de groenbank na ruim 25 jaar aan een nieuw hoofdstuk in zijn bestaan. Een mooi moment om met directeur Robbert Jan Kromkamp terug te blikken op de afgelopen jaren – én vooruit op wat de toekomst in petto heeft.
Al sinds 1998 kunnen ondernemers die willen verduurzamen aankloppen bij de ING Groenbank. Het dochterbedrijf van ING biedt ze de benodigde financiering voor het verwezenlijken van hun groene ambities. Ook draagt het met regelmaat een financieel steentje bij voor de aanleg van bijvoorbeeld zonne- en windparken, of de verduurzaming van de transport- of woningsector.
De Groenbank maakt daarbij gebruik van de Regeling Groenprojecten, die in 1995 in het leven werd geroepen om maatschappelijke en sociaal-ethische beleggingen te bevorderen. Spaarders en beleggers kregen daardoor de mogelijkheid om rechtstreeks in duurzame projecten te investeren.
“Er zijn tijden geweest waarbij je 4% op je spaarrekening kreeg”, legt Kromkamp uit. “Bij de Groenbanken kreeg je dan bijvoorbeeld 2%. De particuliere klant werd fiscaal gecompenseerd waardoor het rendement alsnog richting de 4% ging. De regeling leverde de Groenbanken dus goedkope funding op, die vervolgens werd gebruikt om duurzame investeringen te verstrekken."
Zo gezegd is overigens nog niet helemaal zo gedaan, want een Groenbank moet wel kunnen aantonen dat dat goedkope kapitaal ook daadwerkelijk wordt gebruikt waarvoor het bedoeld is. Groenbanken (of groenfondsen) moeten per financiering een groenverklaring aanvragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
“Zo’n groenverklaring krijg je als het project voldoet aan de eisen van de regeling. Daarnaast moeten de Groenbanken en fondsen zich houden aan een hoofdzakelijkheidscriterium van minimaal 70%. Dit houdt in dat minimaal 70% van de groene funding gebruikt moet worden voor groene projecten met een groenverklaring.”
Ondernemers die bij de ING Groenbank aankloppen moeten dus wel goed in staat zijn om de duurzaamheidswinst aan te tonen. “Elke aanvraag wordt door de mangel gehaald. Als alles klopt, ontvangt de ondernemer zijn financiering – met een rentevoordeel uiteraard.”
De planeet en de portemonnee
En die regeling legt de samenleving geen windeieren. Zo verstrekte de ING Groenbank afgelopen jaar zo’n driehonderd leningen,.
“Zeker sinds de energiecrisis naar aanleiding van de Russische invasie in Oekraïne is er onder ondernemers veel meer urgentie gekomen om te gaan verduurzamen”, schetst Kromkamp. “Het heeft het bewustzijn vergroot dat een duurzaam bedrijfsmodel niet alleen goed voor de wereld is, maar ook voor de portemonnee.”
Sowieso ziet de directeur een groot verschil ten opzichte van niet eens zo lang geleden. “Toen ik in 2017 als eindverantwoordelijke begon bij de Groenbank, begon duurzaamheid steeds belangrijker te worden. Vandaag de dag is het zelfs een top priority. Kijk alleen al naar ons eigen hoofdkantoor: daar zit een groenverklaring op van €40 miljoen.”
Kromkamp blikt dan ook met trots terug op wat de ING Groenbank de afgelopen jaren heeft bereikt. “Ik vind het ontzettend mooi om te zien dat zoveel ondernemers dat stapje extra hebben gezet om te verduurzamen.”
Duurzaam bier
Grof gezegd zijn de ondernemers die ING Groenbank bedient volgens Kromkamp in te delen in drie categorieën: “Klanten die de financiële voordelen interessant vinden, klanten die moeten verduurzamen vanwege overheidsbeleid en klanten die koste wat kost willen verduurzamen.”
Binnen die laatste groep is Kromkamp één ondernemer in het bijzonder bijgebleven: Broeder Isaac van Abdij Koningshoeve, waar het bier La Trappe wordt gebrouwen. Het zal niet iedereen bekend zijn, maar om één liter bier te brouwen heb je minimaal vijf liter water nodig. Niet bepaald een duurzaam proces dus.
Met behulp van financiering van ING Groenbank installeerde de abdij onder meer een gloednieuw waterzuiveringssysteem, waarmee ze afvalwater duurzaam hergebruiken. “Sindsdien behoort La Trappe tot de duurzaamste bieren van Nederland”, vertelt de directeur. “Een project waar we natuurlijk ontzettend trots op zijn.”
Hij benadrukt echter meteen dat ook de kleinere en minder tot de verbeelding sprekende investeringen cruciaal zijn. “Natuurlijk zoomen we soms in op de grote en speciale projecten, maar aan het einde van de rit redden we het alleen als we het met z’n allen doen. Elke financieringsaanvraag, hoe groot of klein dan ook, vieren we als een succes.”
Eén bedrijf
Het is dan ook zeker niet een gebrek aan succes dat ten grondslag ligt aan de keuze om de Groenbank nu te integreren met het moederbedrijf. “Twee aparte bankvergunningen brengen simpelweg extra kosten en nog veel meer administratieve lasten met zich mee, terwijl we allemaal ING’er zijn”, verklaart Kromkamp.
De Groenbanken (ING, Rabobank en ABN AMRO) klopten al in 2019 voor het eerst aan bij het ministerie van Financiën met de vraag of de bankvergunning ingeleverd kon worden, om vervolgens onder de moederbank verder te opereren. “De staatssecretaris zag ook heil in ons verhaal en besloot de wettelijke vereisten aan te passen.”
Sinds 1 januari 2024 hoeven Groenbanken dus niet meer over een eigen bankvergunning te beschikken, waarmee de weg naar een integratie open lag. En zo geschiedde: ING Groenbank vormt per 1 juli dit jaar een onderdeel van ING.
“Elke gesubsidieerde euro levert tussen de 29 en 34 euro op aan private investeringen.”
De integratie kan dus vooral gezien worden als een juridische stap, al is dat bepaald niet de enige reden waarom de twee banken onder één dak verder gaan.
“Het feit dat we samengaan met de rest van het bedrijf betekent simpelweg ook dat de expertisepoel waaruit we kunnen putten per direct veel groter wordt”, stipt Kromkamp aan. “We kunnen dus veel beter en vollediger advies geven aan onze klanten, waardoor de algehele dienstverlening aanzienlijk verbetert.”
“En los van al die voordelen”, vervolgt de directeur, “duurzaamheid wordt een steeds belangrijkere productpropositie van ING. Het is mijns inzien gewoonweg logisch dat we dit thema oppakken vanuit één bedrijf.”
Hét wapen
Kromkamp kijkt in ieder geval vol goede moed naar de toekomst, waarbij hij vooral hoopt dat deze binnenkort nóg groener kleurt: “Sustainable finance wordt binnen ING nog groter.”
“Binnen business banking zou minimaal de helft van onze transacties een duurzaamheidsaspect kunnen omvatten”, licht hij toe. “Om dat te realiseren zijn we zijn druk bezig om transitiepaden te ontwikkelen, waarbij we kijken welke sectoren en bedrijven de grootste duurzaamheidswinsten kunnen boeken én hoe. Wij willen niet alleen financieren, maar echt een actieve rol spelen in de klantreis om te verduurzamen.”
Desondanks is geld natuurlijk onmisbaar. De groenregeling blijft volgens Kromkamp daarom van enorme waarde. “Elke gesubsidieerde euro levert tussen de 29 en 34 euro op aan private investeringen”, stipt hij aan. “Tel daarbij op dat de kosten waar je tegen aanloopt als je níets doet – zoals torenhoge energiekosten – al snel velen malen hoger zijn dan de investering die nodig is om wél te verduurzamen.”
Hij is dan ook een groot voorstander van een verdere uitbreiding van de groenregeling, die in 2022 werd vernieuwd. Samen met de Nederlandse Vereniging van Banken is ING druk bezig om dat voor elkaar te krijgen. “Een Groenlening draagt bij aan de verduurzaming van Nederland en een verruiming kan één van onze krachtigste wapens worden. Het succes ervan is overduidelijk.”
