ING en KNVB helpen 11.000 kinderen met geldzorgen via voetbalclubs
Bijna 11.000 kinderen die anders aan de zijlijn zouden staan, kunnen weer voetballen dankzij het ‘Niemand Buitenspel’-programma. Het initiatief van ING, de KNVB en international Jeremie Frimpong pakt de financiële drempels aan die sporten voor gezinnen in armoede vaak onmogelijk maken en levert na drie jaar concrete resultaten op.
Het initiatief staat niet op zichzelf. In een tijd waarin financiële kwetsbaarheid meer aandacht krijgt, gebruiken grootbanken de verbindende kracht van voetbal steeds vaker om maatschappelijke impact te maken. Zo sloegen ABN AMRO en international Denzel Dumfries recentelijk de handen ineen met het platform BUUT om de financiële fitheid van de jeugd te vergroten.
Het probleem is significant: in Nederland leeft één op de vijftien kinderen in armoede. Voor deze groep vormt de contributie van een sportclub een onoverkomelijke drempel. Het ‘Niemand Buitenspel’-programma pakt dit bij de wortel aan door gezinnen via hun lokale voetbalclub direct toegang te bieden tot schuldhulp, gemeentelijke regelingen en persoonlijke begeleiding.
Het programma is inmiddels actief bij meer dan 800 amateurclubs, waar ruim 650 speciaal opgeleide financieel contactpersonen fungeren als laagdrempelig aanspreekpunt.
Liverpool-speler Jeremie Frimpong, zelf opgegroeid in een gezin met financiële zorgen, is het gezicht van de campagne. “De bal was mijn alles. Maar een club? Die was in eerste instantie onbereikbaar”, vertelt hij. “Er zijn kinderen met talent die nooit een club bereiken, simpelweg omdat er geen geld is. Dat mag niet gebeuren.”
Jan Dirk van der Zee, directeur-bestuurder amateurvoetbal bij de KNVB, benadrukt de maatschappelijke rol van de sport: “Voetbal is meer dan een spel, het is een plek waar kinderen groeien, vrienden maken en zich kunnen ontwikkelen. Met Niemand Buitenspel zorgen we ervoor dat ook kinderen uit gezinnen met geldzorgen kunnen blijven meedoen.”
Ook Steffen van Iersel, manager sponsoring bij ING, is trots op de behaalde resultaten, maar benadrukt dat het werk nog niet klaar is. “Het succes laat zien dat samenwerking werkt. Maar we zijn er nog niet. Ieder kind verdient een plek op het veld, ongeacht de financiële situatie thuis.”

