Philippe Vollot over de nieuwe fase in AML: ‘Minder regels, slimmere systemen’

Philippe Vollot over de nieuwe fase in AML: ‘Minder regels, slimmere systemen’

29 september 2025 Banken.nl
Philippe Vollot over de nieuwe fase in AML: ‘Minder regels, slimmere systemen’

Deze week komen de kopstukken uit de Nederlandse AML-wereld weer samen voor het jaarlijkse Leaders in Finance AML Event. Een mooi moment om de balans op te maken met Philippe Vollot, als Chief Financial Economic Crime Officer in de Groepsdirectie van Rabobank een van de meest prominente stemmen in het veld. Na jaren van grootschalige hersteloperaties, breekt er volgens hem een nieuw tijdperk aan.

Voor wie de sector de afgelopen jaren volgde, was ‘remediation’ het toverwoord. Banken investeerden miljarden en wierven duizenden medewerkers om oude klantdossiers op te schonen en processen te herstellen. Die tijd van grootschalige, reactieve operaties loopt volgens Vollot aan zijn einde.

“We hebben ons deel van het volledige hersteltraject medio juni afgerond, maar uiteraard zal onze toezichthouder nu onze ‘control environment’ beoordelen om te verzekeren dat we voldoen aan de regelgeving voor witwasbestrijding en tegen terrorismefinanciering”, vertelt hij. Een mijlpaal die intern werd gevierd. Alle medewerkers die jarenlang aan de operatie hadden gewerkt kregen een T-shirt met de opdruk ‘Financial Crime Fighters’. Het is voor Vollot meer dan een gimmick; het symboliseert de transitie. De blik kan van de achteruitkijkspiegel naar de horizon.

Vinken of vangen?

Nu de fundamenten grotendeels op orde zijn, dient de volgende uitdaging zich aan: hoe word je als bank écht effectief? En die vraag is cruciaal, benadrukt Vollot. “Als we het in Nederland over witwassen hebben, gaat het voor rond 90% over drugshandel en fraude die daarachter schuilt.”

Tegen die achtergrond wordt de keuze tussen twee werelden allesbepalend: die van de regel-gebaseerde en die van de risico-gebaseerde aanpak.

Aan de ene kant staat de regel-gebaseerde aanpak: een veilige, overzichtelijke methode waarbij je protocollen en checklists volgt. Voor een toezichthouder is dit prettig, want het is eenvoudig te controleren. Aan de andere kant staat de risico-gebaseerde aanpak, waarbij je expertise inzet om in te schatten waar de dreiging het grootst is en waar je dus je aandacht op moet focussen.

“Gedurende mijn hele carrière heb ik nog nooit een corrupte PEP ontmaskerd puur door het volgen van dat PEP-protocol.”

Vollot is een uitgesproken voorstander van de laatste, omdat de eerste volgens hem te vaak leidt tot schijnveiligheid. “Neem bijvoorbeeld de aanpak van zogenoemde Politically Exposed Persons”, legt hij uit, verwijzend naar de prominente figuren die vanwege hun positie extra gecontroleerd moeten worden.

“Gedurende mijn hele carrière heb ik nog nooit een corrupte PEP ontmaskerd puur door het volgen van dat PEP-protocol.”

En het is precies de focus op gedrag die volgens Vollot het verschil maakt. “Wat mij echt drijft, is het kunnen leveren van écht bruikbare intelligentie aan opsporingsdiensten, zodat we een positieve impact op de maatschappij hebben en de bank en onze klanten veilig houden.”

Het is die drang naar concrete resultaten die hem nu rechtstreeks naar het domein van kunstmatige intelligentie leidt.

Philippe’s ‘Mini-me’

Hoe dat ‘bouwen aan de toekomst’ er concreet uitziet, blijkt uit een recent experiment dat Vollot liet uitvoeren. Hij wilde de potentie van de nieuwste generatie AI, zogeheten agentic AI, met eigen ogen zien. “Ik ben van nature nieuwsgierig, dus ik vroeg mijn tech-team en externe bureaus: ‘Laat me zien hoe het werkt’. Geen powerpoints, maar een echte test: onboard een volledig nieuw bedrijf.”

Vollot beschrijft het alsof het een film is. “Ik heb nog nooit zoiets geweldigs gezien. Je hebt verschillende ‘AI-agenten’ die tegelijk aan het werk gaan. Eén agent doorzocht de website van het bedrijf. Een ander analyseerde een reeks e-mails die we voor de test hadden opgezet. Een derde begon direct met het schrijven van een memo.”

De meest opvallende rol was echter voor de laatste agent. “Die noem ik mijn ‘mini-me’”, lacht Vollot. “Het was zo grappig om te zien. Deze agent controleerde het werk van de anderen en stuurde het concept-memo terug met de feedback: ‘Niet goed genoeg. Je mist dit onderdeel, en dit, en dit’.”

“Hoe vaak lees ik dat een prominente witwasser wordt opgepakt, berecht en daadwerkelijk in de gevangenis belandt? Niet zo vaak."

De technologie is veelbelovend – de uiteindelijke risico-inschatting van de AI in deze oefening kwam overeen met die van zijn eigen analisten. Toch is er een grote hobbel: de aanpak bevindt zich in een “regulatorisch vacuüm”. De hamvraag, aldus Vollot: “Hoe kunnen we dergelijke technologie intern veilig gebruiken en hoe kan een toezichthouder de beslissing van een zelflerende AI auditen? Dat weten we simpelweg nog niet.”

De vraag is echter wat er met de output van al die slimmere systemen gebeurt. Vollot eindigt met een kritische noot voor de hele keten. “Hoe vaak lees ik dat een prominente witwasser wordt opgepakt, berecht en daadwerkelijk in de gevangenis belandt? Niet zo vaak."

Deze ketenbrede uitdaging laat onverlet dat de bank haar eigen huis op orde moet hebben. En juist over de toekomstige inrichting van dat huis heeft Vollot een uitgesproken visie.

Toekomstmuziek

De blik op de toekomst betrekt Vollot ook nadrukkelijk op zijn eigen functie. Hoewel een CFECO in de Raad van Bestuur cruciaal is in een herstelfase om doorzettingskracht te garanderen, is het volgens hem geen permanente oplossing. Zijn einddoel is gedurfd: een misdaadbestrijdingsapparaat bouwen dat zo effectief en verweven is in de organisatie, dat een aparte bestuurspositie in de raad van bestuur niet meer nodig is.

“In een ‘business as usual’-situatie hoort deze op de laag onder de bestuurskamer thuis.” Het is de ultieme stip op de horizon: jezelf op het hoogste niveau overbodig maken. Een scherpe visie die ongetwijfeld de discussies zal voeden op het aanstaande AML-evenement.