Rabobank zet kantoor op een andere manier in

Toen het kantoor van de Rabobank in het Brabantse Waspik ging sluiten, besloot de lokale bank het pand niet te koop te zetten. De bank wil graag iets toevoegen aan de leefbaarheid van het dorp door de ruimte beschikbaar te stellen voor lokale, maatschappelijke initiatieven. Bewoners en ondernemers van binnen en buiten het dorp kregen de kans ideeën aan te dragen. In een speciale verkiezing wezen zij het idee voor miniwinkelcentrum 't Binnenhof aan als winnaar.

Brabants Rabokantoor maakt plaats voor knus winkelpleintje

Het winnende idee waarvoor de dorpelingen kozen, was om een laagdrempelige en betaalbare eigen plek te bieden aan startende ondernemingen die de huur voor een eigen winkelruimte niet of amper kunnen opbrengen. Ingrid Holman, geboren en getogen Waspikse, droeg het idee aan. “Ik heb gewoon rondgevraagd wat er in ons dorp nog ontbreekt”, vertelt zij. “In de loop van de jaren zijn er hier veel voorzieningen en winkels weggevallen. Enkele ondernemers hebben het nog wel eens geprobeerd, maar dat bleek niet gemakkelijk. Op kleinere schaal zijn die dingen wel mogelijk. De winkeliers hier hebben een ruimte van zo'n 20 tot 30 vierkante meter. Zo'n kleine ruimte kun je elders moeilijk vinden. En door het beheer over te dragen aan een stichting zonder winstoogmerk, kunnen de huren laag blijven. Ik ben trots op het resultaat.”

Volop vrijwilligers

Bij het uitwerken van haar plannen kreeg Holman hulp van plaatselijke vrijwilligers. Een architect maakte de bouwtekeningen, een notaris hielp met zaken rond wet- en regelgeving, een onafhankelijk financieel expert (niet van de Rabobank) gaf advies. Jan Kielestein, directeur Bedrijfsmanagement van Rabobank De Langstraat: “Rabobank heeft alleen gefaciliteerd, dat wil zeggen de ruimte ter beschikking gesteld, het bureau ingeschakeld, de ruimte gebruiksklaar gemaakt. De inrichting hebben de ondernemers zelf ter hand genomen. Het mooie is dat er ontzettend veel mensen uit de buurt, met gesloten beurs, hun diensten aangeboden hebben en meegewerkt hebben om tot dit resultaat te komen. Echt bijzonder dat mensen elkaar dan vinden en zich geheel belangeloos willen inzetten om een idee te laten slagen.”

Stemmen op de beste ideeën

De inwoners van Waspik konden hun ideeën aanleveren via het online platform Ruimte voor Ideeën. Kielestein: “De ideeën moesten echt vanuit de mensen zelf komen, daarom wilden we als Rabobank slechts een faciliterende rol op de achtergrond hebben. We willen de schijn vermijden dat we hier enig commercieel belang bij hebben.” De bank schakelde daarom het bureau '360graden Rond' in om het idee ten uitvoer te brengen. Het bureau genereerde veel aandacht voor het project, onder meer door berichten in de plaatselijke media en door speciale dorpsbijeenkomsten.

De Waspikse bevolking liep warm voor het plan en droeg uiteindelijk 55 ideeën aan. Het bureau toetste op enkele tevoren opgestelde criteria: het idee moest in ieder geval financieel haalbaar zijn en mocht geen concurrentie vormen voor de plaatselijke middenstand. Een onafhankelijke jury selecteerde een top drie met de beste ideeën en schreef een verkiezing uit. Na een campagne, waarbij de kanshebbers druk flyerden, posters plakten en promotie maakten via hun website, volgde de stemming. 43% van de inwoners bracht zijn stem uit.

Ondernemers versterken elkaar

Het idee van Ingrid Holman is inmiddels verwezenlijkt: 't Binnenhof bestaat uit zes sfeervol aangeklede winkeltjes rond een knus pleintje met een terras en een koffiebar. De dorpsbewoners kunnen er terecht voor woonaccessoires, hobbymaterialen, damesmode, gereedschappen, kledingherstel en groente. Brit Kuijsters is één van de startende ondernemers die de kans kregen hun kleinschalige bedrijfje te starten. Zij repareert kleding en maakt leren tassen in haar naaiatelier de MixStudio.

Kuijsters: “Als ik met mijn naaiateliertje ergens in het dorp een ruimte had gehuurd, zou het moeilijk zijn geweest uit de kosten te komen. Alleen al de huur opbrengen, zou waarschijnlijk niet lukken. Het idee van 't Binnenhof was voor mij een unieke kans om mijn eigen winkeltje te beginnen. Je hebt hier vanzelf aanloop van de bezoekers aan de andere winkeltjes. De kleine ondernemers hier versterken elkaar op die manier. Intussen ben ik er ook andere zaken, die uit het dorp zijn verdwenen, bij gaan doen. Mensen kunnen hier bijvoorbeeld spullen afleveren voor de stomerij en de schoenmaker. Daar is blijkbaar behoefte aan, het loopt goed.”