Laat de overheid één van de twee staatsbanken (ABN AMRO en SNS Reaal) in handen houden, om concurrentie en diversiteit te stimuleren. Dat stelt Sybren Kalkman, oud-partner van KPMG in het Financieele Dagblad.
“De overheid kan daar een voorbeeldbank van maken die zowel concurreert als onderscheidend is en daarmee normen en grenzen oplegt aan de andere”, aldus Kalkman in het FD.
In juni gaf de Commissie Structuur Nederlandse Banken in een rapport het advies om diversiteit en concurrentie in het bankwezen te bevorderen. Om dat te kunnen realiseren deed de Commissie de aanbeveling om de huidige staatsbanken (ABN AMRO en SNS Reaal) te gaan privatiseren. Minister van Financiën, Dijsselbloem heeft onlangs bekend gemaakt dat te gaan doen.
Hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam, Sweder van Wijnbergen gaf op 23 augustus tegenover RTL nieuws nog aan dat ABN AMRO in zijn geheel zo snel mogelijk verkocht moet worden. “De bank is nu een staatsbank en dat verhindert concurrentie. Staatsinmenging is meestal voer voor politieke inmengingen en ellende”, aldus Sweder van Wijnbergen. Ook de vooraanstaande econoom Arnoud Boot heeft herhaaldelijk laten weten, dat hij nationalisatie van grote banken ziet als een tijdelijke remedie tegen de bancaire crisis. Daarna moeten de banken weer geprivatiseerd worden.
Echter de bekende econoom Arnold Heertje, gaf in de Volkskrant van 10 januari 2009 aan dat “het dogma dat banken niet in staatshanden mogen zijn, bestreden dient te worden”. Kalkman stelt in het FD: “Ik vraag me af of privatisering niet op een te theoretisch begrip van concurrentie is gebaseerd, waarbij de aanname is dat aanbieders er altijd naar streven hun producten beter en goedkoper te maken om zo een hoger marktaandeel en meer winst te behalen”.
Volgens Kalkman wordt met privatisering de situatie van voor de crisis hersteld. Destijds waren er vijf banken van enige omvang, met wat kleintjes erbij, die echter wel zorgden voor diversiteit. Doordat de grote banken de markt bepaalden, ontstond er een status-quo of een informele alliantie met voor iedere partij ruimte om te concurreren. De prijzen stegen geleidelijk.
De kenmerkende verschillen tussen de vier grote banken zijn alleen hun afkomst en eigendomsstructuur, stelt Kalkman in het FD. “Rabobank boerencoöperatie, ING midden en kleinbedrijven, ABN AMRO internationale bedrijfsleven en SNS Reaal vakorganisatie.”
Om diversiteit te bewerkstelligen, blijven er enkel de verschillen in eigendomsstructuur over. Dat vraagt erom om één van de huidige staatsbanken eigendom van de staat te laten blijven. “De overheid kan daar dan een voorbeeldbank van maken die haar doelstellingen anders bepaalt dan de andere banken. Een bank die zowel concurreert als onderscheidend is en daarmee normen en grenzen oplegt aan de andere”, aldus Kalkman in het FD.
“Concurrentie en diversiteit ontstaan niet vanzelf”, besluit Kalkman. “Je moet het afdwingen”.