"Ik snap dat Nederlandse banken moeite hebben de zware kapitaaleisen van Basel 4. Want door de strenge Nederlandse wetgeving bieden hypotheken een grote mate van zekerheid", aldus hoogleraar monetaire economie Casper de Vries. Toch juicht De Vries het toe dat Nederlandse banken bezig zijn met een natuurlijke afbouw van hun hypothekenportefeuille.
Vindt u het terecht dat Nederlandse banken zorgen hebben over de kapitaaleisen van Basel 4, met name met het oog op een internationaal gelijk speelveld?
De Vries: “Ten opzichte van 2008 zit er méér kapitaal bij banken, vanwege nieuwe eisen. Daarnaast komen er nieuwe, strengere kapitaaleisen aan, vanwege Basel 4: Nederlandse banken zullen meer kapitaal moeten gaan aanhouden, omdat ze zo’n grote hypotheekportefeuille hebben - met hypotheken die meer dan 80% van de huiswaarde financieren. Dat is internationaal gezien wat ongebruikelijk, en daar zijn die extra strenge kapitaaleisen voor. Daar lopen de Nederlandse banken nu tegen te hoop. Aan de ene kant is dat begrijpelijk. Door de strenge Nederlandse wetgeving is het zo dat er maar heel weinig hypotheken zijn die niet netjes worden afbetaald. Internationaal gezien behoren Nederlandse huizenbezitters tot de meest kredietwaardige.”
“Keerzijde van die strenge wetgeving is dat tijdens een crisis iedereen zijn huis blijft afbetalen, waardoor de consumptie nog verder inzakt en de crisis langer duurt. Amerikaanse huizenbezitters, bijvoorbeeld, kunnen - in de meeste staten althans - gewoon ‘hun sleutels inleveren’ als ze hun hypotheek niet afbetalen. Dan zit het risico dus in feite bij de bank. Is er daar dus een crisis, dan is die in feite ook sneller hersteld dan in Nederland. De vraag is dan: is het handig dat Nederland zo’n strenge faillissementswetgeving heeft? Daar kun je over debatteren, maar met die strenge wetgeving loopt Nederland internationaal gezien wel uit de pas. Omdat Nederlandse hypotheken een grote mate van zekerheid hebben, is er eigenlijk sprake van het meten met twee maten als het gaat om die strengere kapitaaleisen van Basel 4.”
Wat vindt u zelf van de zwaardere kapitaaleisen van Basel 4?
“Ik beschouw de extra kapitaaleisen van Basel 4 als goed. Dat strijkt wel in tegen de haren van de Nederlandse banken. Want eigenlijk horen hypotheken niet thuis op de balans van een bank. Want een bank financiert zichzelf kort. Dus met deposito’s, waar de klant het geld van het ene op het andere moment vanaf kan halen. Banken hebben weinig spaargeld. Dat betekent dat er – met het oog op risicomanagement - op de andere kant van de balans ook kortlopende zaken zouden moeten staan. Voorheen verleenden banken veel meer kortlopende kredieten. In de loop van de tijd zijn banken veel meer hypotheken gaan financieren – die eigenlijk thuishoren op de balans van een levensverzekeraar of pensioenfonds. Want die hebben langlopende verplichtingen: zij hoeven pas na 30 jaar tot uitbetaling over te gaan. Dat loopt dan mooi weg tegen een dertigjarige hypotheek. Bij een bank is de hypotheek een vreemde eend in de bijt. Ik denk dus dat het goed is als banken minder overdadig in de hypotheken gaan zitten. Banken zijn nu ook bezig met een natuurlijke afbouw van hun hypotheekportefeuille.”
Waar liggen volgens u nu de risico’s als het gaat om financiële stabiliteit van Nederlandse banken?
"Die zitten vooral in andere landen. Vooral de opkomende markten zoals China, waar toch echt wel sprake is van een windhandel. Daar verwacht ik wel een terugslag van. Nederlandse banken zullen daar minder last van hebben dan in 2008. Niet alleen omdat ze sterker zijn geworden. Maar ook omdat Nederlandse banken meer Nederlands zijn geworden. De grote Nederlandse banken opereerden voorheen ook internationaal; daar hebben ze afscheid van moeten nemen."
"In 2008 had Europa een grote exposure naar Amerikaanse subprime-leningen. Die rekening hebben we gepresenteerd gekregen. Canada had nauwelijks van zulke subprime-leningen op de bankbalansen en heeft dus nauwelijks last gehad van de Amerikaanse kredietcrisis. Dat is een harde les geweest."
Volgens DNB-president Klaas Knot moet de ECB zijn opkoopprogramma snel stoppen. Wat vindt u?
“In Europa zitten we enerzijds met onze voeten op een warme stoof, en anderzijds met ons hoofd in de vrieskou. Wat ik daarmee bedoel is: de noordelijke landen zitten er (te) warmpjes bij en de zuidelijke landen zitten in de kou. Dat in evenwicht brengen is moeilijk. De ECB vertelt mijn inziens een verhaal dat niet helemaal eerlijk is. Ze zeggen: we willen met de kwantitatieve verruiming - met extra geld in de economie brengen - de inflatie omhoog brengen. Maar extra geld heeft nauwelijks resultaat voor de inflatie. En als de kwantitatieve verruiming minder wordt en de rente oploopt, heeft Italië een probleem. De ECB is in feite bezig om Italië te redden en daar gaan we een prijs voor betalen. Er zit nu veel te veel geld in Europa en dat wordt speculatief aangewend. Kijk bijvoorbeeld naar wat er gebeurt met bitcoins. Zo’n ontwikkeling zakt op een gegeven moment in elkaar. Dan hebben we de poppen weer aan het dansen.”
* Casper de Vries is de Witteveen hoogleraar monetaire economie aan de Erasmus School of Economics. Hij is fellow van het Tinbergen Instituut, raadslid van de Wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid (WRR) en adviseur bij twee pensioenfondsen. Zijn onderzoeksveld beslaat internationale monetaire beleidsvraagstukken, zoals wisselkoersvraagstukken, de euro, risico´s op financiële markten, risicomanagement en systeemrisico´s.
Dit artikel is eerder verschenen in Bank|Wereld van de Nederlandse Vereniging van Banken.