ABN AMRO en Rabobank hebben meer tijd nodig om de kwestie rond derivaten in het midden- en kleinbedrijf af te wikkelen. Niet alle gedupeerde mkb’ers kunnen nog voor het einde van het jaar rekenen op een compensatievoorstel. Dit komt naar voren in een voortgangsrapportage van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) over deze zaak. De toezichthouder onderzoekt mogelijkheden voor versnelling van het proces.
In februari kwamen ABN AMRO, ING en Rabobank in de Tweede Kamer op het matje om tekst en uitleg te geven over de voortgang van de afwikkeling van het derivatendossier. De banken gaven aan geen extra prikkels nodig te hebben en te streven naar een definitieve afwikkeling voor het einde van 2018. Naast de grote drie ging het verder nog om SNS, Van Lanschot Kempen en Deutsche Bank die ondernemers uit het mkb met ingewikkelde financiële producten hadden opgezadeld.
In 2016 gingen de zes genoemde banken akkoord met een grote compensatieregeling, die de naam Uniform Herstelkader ging dragen. De deadline voor de compensatieregeling lag op 1 januari 2018, maar eind 2017 werd al wel duidelijk dat niet alle banken dat gingen halen. De termijn werd daarom verlengd naar eind 2018. Inmiddels hebben twee banken hun zaken op orde en verwachten twee andere banken in respectievelijk september en december klaar te zijn. Voor twee banken geldt dat ook eind 2018 geen haalbare kaart lijkt te zijn. Hoewel de AFM in de reportage geen van de banken bij naam noemt, is het inmiddels helder dat het om ABN AMRO en Rabobank gaat.
Tijdrovend proces
Omdat ieder geval apart beoordeeld wordt is het opstellen van de compensatieregeling een tijdrovend proces. Voor ABN AMRO en Rabobank te tijdrovend om de al eerder verschoven deadline van eind 2018 te halen. De AFM gaat samen met de banken kijken waar de compensatie versneld kan worden. Als mogelijke oplossing wordt genoemd controles achteraf. Als een bank te weinig compensatie heeft berekend kan de ondernemer rekening op extra compensatie. In het omgekeerde geval heeft de ondernemer te maken met een ‘vergissing van de bank in uw voordeel’.
In totaal gaat het – verdeeld over zes banken – om zon 19.000 ondernemers die gecompenseerd moeten worden.