Nederlandse huiseigenaren met een hypotheek hebben vorig jaar flink geprofiteerd van de lage rentestanden. In totaal sloten meer dan 75.000 Nederlanders hun hypotheek over, wat in zijn totaliteit heeft geleid tot een besparing van €62 miljoen aan hypotheeklasten. Of gezien vanuit het perspectief van kredietverlenende instellingen: een inkomstenderving van €62 miljoen.
De lage rentestanden van de afgelopen jaren hebben veel mensen ertoe bewogen om contact op te nemen met hun kredietverstrekker om te kijken of het niet wat goedkoper kon. Waar nieuwe hypotheken met rentes van ruwweg tussen de 1% en 3% over de toonbank gingen, zaten veel mensen met oudere hypotheken nog met rentes van boven de 5%. Dat leidde tot het nodige misnoegen onder consumenten. In totaal sloten in 2018 meer dan 75.000 mensen hun hypotheek over. Daarmee ‘verdienden’ ze in totaal €62 miljoen.
€25 miljard in twintig jaar
Onafhankelijk online hypotheekadviseur ikbenfrits.nl dook nog wat dieper in die cijfers. Volgens het bedrijf komt de gemiddelde besparing over een looptijd van 20 jaar uit op een niet misselijke €16.557. Of per jaar gemiddeld €828 afgerond. Ook in 2019 ziet de hypotheekadviseur nog volop mogelijkheden voor besparing. Uit onderzoek naar meer dan 50.000 hypotheken blijkt namelijk dat maar liefst 40% kan besparen op de hypotheek. Zou iedereen die kan oversluiten dat ook doen, dan zouden de gezamenlijke verdiensten aankomend oplopen tot €1,2 miljard. Een kleine €25 miljard over een looptijd van twintig jaar.
Als redenen voor het hoge aantal oversluiters noemt ikbenfrits.nl vanzelfsprekend de lage rentestanden, maar ook de toegenomen concurrentie op de hypotheekmarkt. Wie nog een graantje mee wil pikken van de huidige gunstige situatie moet dat normaal gesproken wel dit jaar doen. Versnelde afbouw van de hypotheekrenteaftrek, beëindiging van het opkoopbeleid door Draghi en de ECB en een voorzichtige stijging van de marktrente verkleinen de kans op besparing.
Meerdere perspectieven
Interessant is natuurlijk dat de hele kwestie vanuit meerdere perspectieven te bekijken is. Huiseigenaren die bijvoorbeeld acht jaar geleden een hypotheekrente afsloten deden dat tegen de toen geldende rente, destijds lag ook voor kredietverstrekkers zelf de rente hoger om geld te lenen. Slechts weinigen rekenden erop dat de rente zo laag zou komen te staan, historisch laag. Wie toen gewoon voor variabele rente had gekozen, had zich nu de moeite van het oversluiten kunnen besparen. Maar velen dachten er goed aan te doen door langere rentevaste periodes af te spreken. Tot ze werden ingehaald door de realiteit.
Waar het voor consumenten pure winst is, betekent het voor kredietverstrekkers juist derving van inkomsten. Oversluiten naar een lagere rente betekent simpelweg dat een hypotheek minder oplevert dan aanvankelijk begroot. Daarom reken(d)en zij boeterentes. Enigszins gedirigeerd door toezichthouder AFM volgen ze sinds 2017 een leidraad voor het berekenen van die boeterente. Die mag niet hoger liggen dan de derving van de inkomsten. De Consumentenbond en Vereniging Eigen Huis noemden de Volksbank vorig jaar als voorbeeld hoe banken en andere kredietverstrekkers om zouden moeten gaan met teveel betaalde boeterente.