Nederland loopt internationaal gezien voorop bij integratie ESG-factoren

24 september 2021 Banken.nl 3 min. leestijd

Uit de derde editie van een wereldwijd onderzoek van BNP Paribas blijkt dat de integratie van ESG-factoren (Environmental, Social en Governance) zich in het kader van investeringsbeslissingen snel ontwikkelt. In 2017 was er nog geen enkele Nederlandse vermogensbeheerder of institutionele belegger, die meer dan 75% van zijn portfolio toewees aan ESG; in nog geen vier jaar tijd is dit toegenomen met 22%.

De onderzoekers stellen dat er – ten opzichte van 2017 – met name op het gebied van milieu en klimaat hardere doelstellingen zijn geformuleerd. Desondanks verschilt de mate waarin institutionele beleggers klaar zijn om naar ‘net zero’ toe te werken nog behoorlijk. 27% van de ondervraagden uit het onderzoek heeft zich namelijk nog helemaal niet gecommitteerd aan de Europese doelstelling om in 2050 volledig klimaatneutraal te produceren.

Het poldermodel

Uit vergelijkend onderzoek komt naar voren dat Nederlandse institutionele beleggers en vermogensbeheerders internationaal gezien voorop lopen als het gaat om het integreren van ESG-factoren in hun portfolio. Waar 22% van de Nederlandse institutionele beleggers en vermogensbeheerders rekening houdt met ESG-factoren, is dit wereldwijd slechts 7%. De onderzoekers van BNP Paribas verklaren dit (deels) aan het Nederlandse poldermodel.

“Het poldermodel legt de nadruk op het vinden van consensus tussen werkgevers, werknemers, overheden en toezichthouders. Hierdoor is het voor institutionele beleggers zoals pensioenfondsen vanzelfsprekender om sociaalmaatschappelijke factoren te integreren in investeringsbeslissingen. Het typisch Nederlandse overlegmodel lijkt vermogensbeheerders en institutionele beleggers nu een voorsprong te geven op hun buitenlandse collega’s”, aldus de onderzoekers.

Nederlandse beleggers maken daarbij gebruik van verschillende ESG-benaderingen. Negen op de tien (86%) doet dit op basis van negatieve screening en acht op de tien (79%) doet aan actief eigenaarschap. Tevens komt uit het onderzoek naar voren dat Nederlandse beleggers al lange tijd gebruikmaken van dezelfde benaderingen: 50% van de ondervraagden geeft namelijk aan dat ze al elf jaar of langer gebruik maken van de negatieve screening-benadering.

We zijn er nog niet

Volgens BNP Paribas-Nederland Geert Lippens is er veel veranderd in de sector sinds de eerste ESG-survey van BNP Paribas in 2017. “ Voor institutionele beleggers en vermogensbeheerders is het vanzelfsprekender om ESG in hun organisatie en strategische besluitvorming te verankeren. Het is bemoedigend om te zien dat Nederlandse beleggers zich bewust zijn van het belang van het integreren van ESG-factoren, maar we zijn er absoluut nog niet.”

“Uit ons onderzoek komt duidelijk naar voren dat er zorgen bestaan over de kwaliteit en betrouwbaarheid van ESG-data. Financiële instellingen kunnen een grote rol spelen bij het ondersteunen van de energietransitie door financiering te verstrekken aan duurzame industrieën en door beleggers inzicht te bieden in zaken zoals duurzaamheidsrisico’s, klimaatveranderingsindicatoren en de belangrijkste impact-gegevens.”

Tot slot stelt Lippens dat de noodzaak om over te schakelen op een verantwoordelijke en duurzame economie de grootste en dringendste uitdaging van onze tijd is. “Zeker nu de gevolgen van klimaatverandering steeds zichtbaarder worden.”