Het aantal hypotheekbezitters met een verhoogd risico op betalingsproblemen en/of een restschuld is de afgelopen jaren met maar liefst 63% gedaald. Dat blijkt uit cijfers van de Autoriteit Financiële Markten. De toezichthouder heeft hypotheekaanbieders in de afgelopen jaren aangespoord om een aanpak te ontwikkelen voor potentieel kwetsbare klanten met een (deels) aflossingsvrije hypotheek en die oproep blijkt nu dus zijn vruchten af te werpen.
“De AFM waardeert de inzet van de sector en is tevreden met de behaalde resultaten”, legt AFM-manager Lenen & Sparen Zdenka van Schaik uit. “Een aflossingsvrije hypotheek biedt in veel gevallen extra financiële flexibiliteit aan huizenbezitters. Het is daarbij belangrijk dat mensen zich er wel van bewust zijn dat ook een aflossingsvrije hypotheek aan het einde van de looptijd moet worden afgelost of geherfinancierd.”
En precies in dat laatste zit de crux. Veel aflossingsvrije hypotheken lopen namelijk af tussen 2033 en 2038 en de toezichthouder vreest dat veel huishoudens tegen betalingsproblemen oplopen, bijvoorbeeld als de maandlasten stijgen door het einde van de hypotheekrenteaftrek, door inkomensdaling na pensionering of door de stijging van de hypotheekrentes. Bij een (gedwongen) verkoop van de woning kan men vervolgens te maken krijgen met een restschuld als de verkoopopbrengst lager is dan de uitstaande hypotheekschuld.
1,68 miljoen klanten
De toezichthouder heeft hypotheekaanbieders vanaf 2016 aangespoord om een aanpak te ontwikkelen voor potentieel financieel kwetsbare klanten met een (deels) aflossingsvrije hypotheek. Alle hypotheekaanbieders hebben voor deze klanten, met een proactief beheerbeleid, een aanpak op maat uitgerold. Hiermee worden klanten in staat gesteld om bewuste keuzes te maken en tijdig actie te ondernemen en problemen aan het einde van de looptijd te voorkomen.
Sinds de uitrol van de AFM-aanpak in 2019 hebben hypotheekaanbieders in totaal 1,68 miljoen klanten benaderd. Vervolgens is bij 370.000 klanten getoetst of zij de aflossingsvrije hypotheek ook in de toekomst kunnen betalen.
Op deze manier hebben hypotheekaanbieders niet alleen meer inzicht gekregen in de financiële situatie van hun klanten, maar hebben 744.000 klanten ook daadwerkelijk actie genomen om hun financiële situatie te verbeteren. Bijvoorbeeld met een incidentele of periodieke aflossing van hun hypotheek, omzetting naar een deels aflossende hypotheekvorm of extra sparen.
Het aantal klanten met een verhoogd risico is sindsdien met 63% gedaald. Deze daling is volgens de AFM deels toe te rekenen aan de acties die de klanten zelf hebben ondernomen en deels aan de stijging van huizenprijzen.
Scherp blijven
De AFM laat weten waardering te hebben voor de inspanningen van de hypotheekaanbieders en de behaalde resultaten. Ondanks de positieve resultaten kunnen hypotheekaanbieders niet verslappen. De toezichthouder acht het namelijk noodzakelijk dat aanbieders doorlopend aandacht blijven houden voor potentieel kwetsbare klanten. “Zeker wanneer de marktomstandigheden daar aanleiding toe geven”, aldus de AFM.