ABN AMRO heeft onterecht de banden verbroken met houthandelaar Rowood. De bank zegde de klantrelatie afgelopen juli op, omdat het bedrijf de sancties tegen Rusland zou hebben overtreden. De rechter is daar echter niet in meegegaan; de opzegging zou slecht gemotiveerd zijn en ook zou Rowood de verwijten voldoende hebben weerlegd.
De zaak draaide hoofdzakelijk om een betaling aan een bedrijf (Sveza) dat eigendom is van een gesanctioneerde Russische oligarch en om de import van hout met een dubieuze herkomst. Naast het vermeende feit dat het hout niet aan duurzaamheidseisen zou voldoen, zou het hout volgens de bank ook afkomstig zijn uit gesanctioneerde landen (waaronder Rusland).
Dat zou ABN AMRO concluderen naar aanleiding van een één jaar durend klantonderzoek. De bank was dan ook van mening dat het “op onacceptabele wijze” werd blootgesteld aan sanctieovertredingen en witwasrisico’s en verbrak daarop de relatie met het houtbedrijf.
De rechtbank is het daar echter bepaald niet mee eens. De rechter stelde zelfde dat ABN AMRO “met de Franse slag” te werk is gegaan: het werk zou afgeraffeld zijn, de aangedragen argumenten zouden “buitengewoon vaag” zijn en op één punt zelfs aantoonbaar onjuist. De rechter wierp tevens de vraag op of de bank wel alle door Rowood aangeleverde documentatie heeft doorgenomen.
De rechter gaat mee in de verdediging van Rowood. Ten eerste zou het houtbedrijf beweren dat het op basis van de beschikbare informatie op het moment van de betaling (van €300.000 aan Sveza) niet kon weten dat de daaraan gelieerde oligarch op de sanctielijst stond.
Daarnaast zou de bank onvoldoende kunnen aantonen dat het dubieuze hout ook daadwerkelijk dubieus is. Tegelijkertijd zou ABN AMRO geen verweer hebben gegeven op de uitleg van Rowood dat het hout wel degelijk uit China komt (en dus niet uit het gesanctioneerde Rusland).
Randgeval of prima vonnis
De rechter heeft nu dus alle argumenten van ABN AMRO van tafel geveegd en dwingt de bank zo om de relatie met Rowood voort te zetten. De meningen van sanctie-experts lopen echter sterk uiteen. Enerzijds wordt de zaak een randgeval genoemd, omdat de oligarch direct na de Oekraïense inval op de sanctielijst werd geplaatst en het bedrijf pas enkele dagen daarna de betaling aan hem deed.
Een ander deel van de experts stelt dan weer dat het een prima vonnis is. “In elk geval gaat de rechter in dit geval mee met de klant. Die heeft volgens hem alles gedaan om zijn handelingen te rechtvaardigen en controleren, waardoor de bank niet zomaar de relatie kan verbreken”, aldus de samenvatting van FD-journalist Sonny Motké.