EU overeenstemming over bankenfonds een feit
De kogel is door de kerk. Er is een Europees akkoord bereikt over een banken saneringsfonds in het kader van de veelbesproken bankenunie. De ministers van Financiën van de verschillende lidstaten hebben overeenstemming bereikt over hoe zal worden omgegaan met banken die failliet dreigen te gaan.
Er zal een Europese toezichthouder worden opgericht die zal toezien op het proces rondom het ontmantelen van Europese banken die failliet gaan. Goed nieuws voor de belastingbetaler die voortaan uit de wind moet worden gehouden als banken in de financiële problemen geraken.
Staatsteun passé?
Sinds het begin van de crisis zijn diverse banken in de problemen geraakt en moest in veel Europese landen staatsteun geboden worden en werden noodgedwongen banken genationaliseerd. In Nederland moesten o.a. ABNAMRO (genationaliseerd in 2008), ING en SNS REAAL (genationaliseerd in 2013) financieel bijgestaan worden.
In het buitenland was er bijvoorbeeld het IJslandse IceSave schandaal, dat leidde tot de nationalisatie van Landsbanki, de bank die na het omvallen van de bank nog altijd bezig is met het terugbetalen van de schuld aan gedupeerde spaarders in de UK en Nederland.
Belastingbetaler wordt ontzien
Aan een dergelijke staatsteun, waar de belastingbetaler uiteindelijk de dupe van is, moet een einde komen. Afgelopen week kwamen onderhandelaars van het Europees Parlement, de Europese Commissie en de EU-lidstaten al bijeen en zetten een krabbel onder een overeenkomst over de versnelde implementatie van nieuwe regels omtrent het faillissement van banken.
Dat akkoord is sinds vandaag officieel goedgekeurd door alle partijen. Het plan behelst met name dat de belastingbetaler niet de dupe wordt van het wanbeleid van banken. De nieuwe wetgeving betekent dat vanaf 2016 in de eerste plaats aandeelhouders, obligatiehouders en grote spaarders (boven de €100.000) bij moeten springen als een bank dreigt om te vallen.
Bankenfonds
Ook komt er een gezamenlijk fonds dat door de banken opgezet zal moeten worden. In 2025 moet dat fonds zo’n €55 miljard bevatten. Wanneer dat fonds niet toereikend is om een bank te redden, dan pas mag er een beroep worden gedaan op staatsteun.
Namens de regering stelde Jeroen Dijsselbloem, de minister van Financiën, dat de nieuwe wetgeving ervoor zal zorgen dat de financiële sector op lange termijn gezonder wordt. Volgens Dijsselbloem wordt hiermee een sterk en Europees raamwerk opgetuigd dat toekomstige staatssteun aan banken moet voorkomen. Een essentieel en vernieuwend element in de wetgeving is dat beleggers nu als eerste moeten bijspringen bij het omvallen van een bank, aldus de minister. De nieuwe regels zullen niet alleen van toepassing zijn op de zeventien eurolanden, maar alle 28 landen binnen de EU.
Europees toezicht
De Europese Centrale Bank (ECB) wordt de coördinator die toeziet op de grote banken in de eurozone en financiële instellingen die staatssteun kregen. Voordat de ECB het toezicht naar zich toetrekt zal de ECB, in samenwerking met de nationale toezichthouders en onafhankelijke derden, de financiële positie van banken grondig onderzoeken. Zeven Nederlandse banken - ING, Rabobank, ABN AMRO, SNS Bank, RBS Nederland, Bank Nederlandse Gemeenten en de Waterschapsbank - worden vanaf november onderworpen aan een grondig onderzoek van de ECB.
Resolutieautoriteit als essentiële voorwaarde
De Nederlandse Vereniging van Banken vindt het belangrijk dat de Raad een compromis heeft bereikt. Dit betekent dat op korte termijn de onderhandelingen met het Europees Parlement kunnen worden gestart, zodat men voor de Europese verkiezingen tot een besluit kan komen.
De NVB ziet één Europees resolutiefonds met een onafhankelijke Europese resolutieautoriteit als essentiële voorwaarde voor het effectief en efficiënt kunnen functioneren van het Europese toezicht. Immers, Europese toezichtsbesluiten van de ECB die leiden tot afwikkeling binnen het fonds moeten ook op Europees niveau worden gefinancierd.