Zeven van de tien Nederlanders shopt op smartphone

Nadat online shoppen het afgelopen decennium definitief zijn doorbraak heeft beleefd, is nu ook online winkelen via de smartphone voor velen net zo normaal als fysiek winkelen. Zeven van de tien Nederlandse consumenten (70%) koopt spullen via de mobiele telefoon en ruim een kwart (27%) doet dit minimaal eens per week. Winkelen met een smartphone is vandaag de dag goed voor een kwart van het totale winkelvolume 

Dit zijn enkele van de belangrijkste conclusies uit een onderzoek van Mastercard in Nederland en andere Europese landen*. Terwijl het mobiel shoppen in Nederland al aardig is ingeburgerd, lopen we nog wat achter op het Europees gemiddelde: vier van de tien Europeanen (39%) doen minstens één keer per week online mobiele aankopen. Hierbij lopen het Verenigd Koninkrijk en Duitsland voorop. In beide landen shopt bijna de helft van de mensen eenmaal per week of zelfs vaker mobiel (beide 47%). 

Snel, gemakkelijk, veilig

“Nederlanders omarmen mobiel shoppen omdat het snel, gemakkelijk en veilig is”, stelt Arjan Bol, Countrymanager Mastercard Nederland. In het onderzoek vormen deze drie aspecten de top drie van de meest genoemde redenen waarom Nederlanders graag winkelen met hun smartphone. Snelheid staat bovenaan (37%), gevolgd door gemak – aankopen doen met één klik (22%) en eenvoudigere navigatie (17%) – en verbeterde beveiliging (10%). 

Aan de snelheid wordt nog een stuk meer waarde gehecht in Polen (63%), Duitsers (59%) en Zwitsers (56%), terwijl in andere Europese landen de verbeterde veiligheid een belangrijkere rol speelt, zoals in het Verenigd Koninkrijk (22%), Ierland (21%), Spanje en Frankrijk (20%).

Dat de Nederlandse consument veel waarde hecht aan snelheid en gemak lijkt veel te maken te hebben met het moment waarop aankopen worden verricht: “Nederlanders profiteren van de snelheid en het gemak van mobiel online winkelen en gebruiken hun wachttijd of pauzes voor een snelle kerstinkoop: een aanzienlijk aantal producten wordt gekocht tijdens het wachten op het openbaar vervoer (11%), op het werk (9%) of tijdens een pauze of lunch (6%)”, aldus de onderzoekers. Bol: “We zien in de resultaten dat zelfs kerstinkopen doen verschuift naar mobiel, omdat mensen hun vrije tijd gebruiken om cadeaus thuis of tijdens het woon- werkverkeer te kopen.”

Badkuipwinkelen

Gevraagd naar hun ‘top drie mobiele kerst winkeltijden’, stemmen de meeste Nederlanders voor doordeweekse momenten, in het weekend wordt er minder mobiel geshopt. De meest populaire tijd (50%) is ‘s avonds op een doordeweekse dag tussen 17 uur en 21 uur. Daarnaast wordt ook een aanzienlijk deel van de kerstcadeaus 47%) gekocht op weekdagen van 12 uur tot 17 uur: “Nederland ligt hiermee op één lijn met het gemiddelde mobiele koopgedrag van andere Europese landen”, stellen de onderzoekers. De meeste kerstcadeaus worden in ons land besteld vanaf de bank (79%). Daarnaast bestelt 17% ze vanuit bed en – wellicht opvallend – 4% vanuit de badkuip.

Kleding en accessoires komen naar voren als de meest populaire mobiele aankopen. Bijna de helft van de Nederlandse consumenten (48%) koopt online kleding en accessoires via mobiele apparaten. Op een tweede plaats staat eten en drinken (39%), gevolgd door kaartjes voor theater en bioscoop (29%). Bij sommige producten – zoals tickets voor het openbaar vervoer – is een groot verschil waarneembaar tussen Europese landen: bijna de helft van de Zwitsers (48%) koopt de vervoerskaartjes mobiel, maar slechts 17% van de Russen. Als het gaat om parkeertickets, koopt 44% van de Zweden deze mobiel, in Duitsland slechts 12%.

Tot slot blijkt – weinig verrassend gezien het aantal en de variëteit aan mobiele aankopen – dat 65% van de Nederlanders in de afgelopen twaalf maanden gebruikmaakte van een app voor het doen van haar of zijn mobiele aankopen. De meerderheid hiervan (62%) gebruikt twee tot vijf apps, terwijl 27% zelfs zes of meer apps gebruikte. 

* De enquête werd uitgevoerd door marktonderzoeksbureau Innofact, dat in totaal 18.714 mensen interviewde in Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Ierland, Italië, Nederland, Polen, Rusland, Spanje, Zwitserland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk (ongeveer 1.500 respondenten per markt).