Banken willen herstelfonds voor bedrijven in nood

06 mei 2021 Banken.nl 2 min. leestijd

Werkgevers – met een omzetverlies van minimaal 20% – kunnen alweer voor de vijfde keer loonsteun aanvragen. Naast de financiële steun van het UWV, kunnen bedrijven in nood door de coronacrisis binnenkort mogelijk een extra kapitaalinjectie verwachten. Private financiers en de ministeries van Financiën en Economische Zaken zijn met de grootbanken in overleg om een herstelfonds op te tuigen.

Het is de bedoeling dat het fonds het eigen vermogen van bedrijven – die onder normale omstandigheden een veelbelovende toekomst wacht, maar door de coronacrisis moeite hebben om overeind te blijven – verstrekt wordt. Tevens is het fonds hoofdzakelijk gericht op middelgrote bedrijven die veel werknemers in dienst hebben. Door een aandeel te nemen in de bedrijven, hopen banken meer kredietruimte te creëren, ook voor bedrijven die al maximaal rood staat.

Inschatten van risico’s

Tegenover het FD liet Rabobank-bestuursvoorzitter Wiebe Draijer onlangs weten dat banken goed in staat zijn om de risico’s in te schatten. “We kijken of we die bepaalde fondsstructuren met publiek en privaat geld het eigen vermogen van bedrijven kunnen versterken." Draijer ziet een rol voor de grootbanken om overheden en private investeerders, zoals pensioenfondsen, te wijzen op investeringskansen. “Er zijn genoeg bedrijven die er nu slecht voorstaan, maar ook in staat zijn om, zodra de economie weer aantrekt, de groeilijn weer op te pakken.”

Banken willen herstelfonds voor worstelende bedrijven

De Volksbank-CEO Martijn Gribnau vult zijn collega tegenover de krant aan: “Het gaat om maatwerk. Het is niet de bedoeling dat we bedrijven gaan steunen die niet gezond zijn. We gaan niet ons eigen bedrijfsmodel te gronde richten.”

Verlenging overheidssteun

Naast het fonds, roepen banken ook op om met andere nieuwe manieren het kleinere mkb te ondersteunen, waarbij naar de in 2001 afgeschafte ‘tanteagaathregeling’ wordt gewezen. Deze regeling stimuleerde destijds particuliere geldschieters om onder fiscaal voordelige voorwaarden geld te lenen aan mkb-bedrijven.

Zowel Draijer als Gribnau benadrukten het belang van verlening van overheidssteun aan ondernemers. “Als de vaccinaties hun werk gaan doen is dat een belangrijk moment. Bedrijven gaan dan weer vaste grond onder de voeten voelen, maar je moet de steun geleidelijk afbouwen. Het mkb zit nog in de couveuse-stand”, zo eindigde Draijer zijn betoog.