Coronasteunpakket voor bedrijven: heeft het gewerkt of niet?
Het corona-maatregelenpakket van de overheid was een succesvolle interventie; er is ons een ernstige mondiale crisis bespaard gebleven. Daarvan is Ester Barendregt - hoofdeconoom bij RaboResearch – overtuigd: “De kracht was dat niet alleen Nederland, maar ook andere landen en de centrale banken tegelijkertijd acteerden. Dat zijn de randvoorwaarden voor een sterk herstel.”
Nog even terugkijkend: waarom kwam de Nederlandse overheid eigenlijk met zo’n breed pakket aan steunmaatregelen?
Ester Barendregt: “Ten eerste natuurlijk omdat ze zich door de pandemie gedwongen zag om zelf te komen met beperkende maatregelen voor het bedrijfsleven. Een vorm van compensatie is dan logisch. Ten tweede waren de maatregelen economisch gezien van belang. Want de pandemie was een enorme schok voor de economie. Mensen bleven massaal thuis en bedrijven sloten hun deuren. Daardoor stokte niet alleen het aanbod, maar ook de vraag. Als vraag en aanbod op elkaar inwerken, dreigt een negatieve spiraal. Zo’n spiraal moet voorkomen worden. Anders wordt weer opstarten na zo’n economische schok heel erg moeilijk.”
De overheid heeft ongekende bedragen uitgegeven. Bij wie kwam die steun terecht?
Barendregt: “Het grote werkpaard van het steunpakket was toch wel de NOW-regeling – de loonsteun. Bedrijven kregen loonkosten grotendeels vergoed en belangrijker: ze konden mensen in dienst houden. Dat is heel belangrijk geweest voor het overeind houden van het vertrouwen in de economie. Daarnaast was de loonsteun belangrijk om bedrijven ‘in shape’ te houden. Zodat ze, zodra het weer zou kunnen, weer snel in de starthouding konden staan"
"Van de eerste NOW-maatregelen maakte circa een kwart de bedrijven gebruik. Een aanzienlijk deel dus. De steun is niet gelijkelijk verdeeld over alle sectoren. In 2020 ging de meeste steun naar de handel en de horeca. De laatste een kleinere sector, maar met relatief veel steun. Het gebruik van de steun liep langzaamaan terug, tot uiteindelijk een klein percentage van de bedrijven.”
“Naast de NOW was het belastinguitstel een enorme liquiditeitsimpuls voor bedrijven. Voor ondernemers ook de makkelijkste manier om liquiditeit in het bedrijf te houden. Daarnaast hielpen de garantieregelingen banken om kredieten aan getroffen bedrijven te verstrekken. Verder was er de tegemoetkoming vaste lasten; een maatregel die de overheid steeds verder uitbreidde, omdat bedrijven steeds langer gesloten moesten blijven."
"Nederlands telt relatief veel zzp’ers, dus de ondersteuning voor die groep was ook een belangrijke maatregel. De groep waar weinig steun bij terechtkwam, is de groep die al voor de pandemie kwetsbaar was; mensen met zeer flexibele arbeidscontracten en arbeidsmigranten bijvoorbeeld.”
Kun je nu al iets zeggen over de effecten van die overheidssteun?
Barendregt: “Ik zie het als een heel succesvolle interventie. Er is ons een zeer ernstige crisis bespaard gebleven. Dat is niet alleen te danken aan Den Haag. Maar ook aan de andere landen en de inspanningen van de centrale banken. Een enorme kracht in deze mondiale crisis was dat landen die het zich konden veroorloven, tegelijkertijd ondersteuning boden en dat het monetaire beleid en het begrotingsbeleid elkaar versterkten. De voorwaarden voor een sterk herstel zijn daarmee geschapen en dat is precies wat we nu zien gebeuren.”
“Als we kijken naar de cijfers: RaboResearch becijferde dat een soortgelijke economische krimp normaliter zo’n 230.000 werklozen extra zou opleveren. Dat is een voorzichtige berekening. Want we weten niet hoe sterk het vertrouwen zou zijn aangetast zonder die steun. Stoppen met de maatregelen per 1 oktober is verantwoord en verstandig. De arbeidsmarkt is nu zo krap, dat het niet langer opportuun is om mensen met loonsteun vast te houden. Voor een verder economisch herstel is het nodig dat mensen terechtkomen op plekken waar ze het hardst nodig zijn.”
Kunnen we lessen trekken voor een volgende keer?
Barendregt: “Een van de belangrijkste lessen is, zoals eerder genoemd, de kracht van een gezamenlijke aanpak. Een mondiale crisis kun je als land niet alleen te lijf. De Nederlandse overheid acteerde snel en flexibel. Er zijn op tijd aanpassingen gerealiseerd. Groot vraagstuk is hoe je als overheid zulke steunmaatregelen kunt doseren en richten: hoe zorg je dat steun alleen dáár terechtkomt waar het nodig is, precies op tijd en in de juiste hoeveelheid? Belangrijke les, vrees ik, is dat doseren en richten heel lastig is. We zullen ook voor een eventuele volgende keer moeten leven met een zekere mate van imperfectie en ruis.”
In hoeverre zijn de hoge schulden in de getroffen bedrijfssectoren een probleem voor de komende jaren? Zou de overheid daar een stap extra kunnen zetten of kan het anders?
Barendregt: “Ik maak me voor de economie als geheel niet meer zo’n zorgen over de hogere schuldenlast. Ook omdat het verspreid over vijf jaar kan worden terugbetaald. Maar er zullen zeker bedrijven in problemen komen en failliet gaan. Voor ondernemers betekent een faillissement vaak een enorm persoonlijk leed. Maar het aantal faillissementen is echter nog steeds historisch laag. De economie kan een hoger percentage faillissementen zeker hebben."
"Of de overheid een extra stap moet zetten? Je wilt natuurlijk voorkomen dat bedrijven met een in principe toekomstbestendig bedrijfsmodel sneuvelen vanwege een hoge schuldenlast door corona. Dat kun je echter niet met algemene steunmaatregelen verhinderen. Ik denk eerder aan maatwerk: ga per bedrijf met de schuldeisers om tafel zitten. De nieuwe WHOA (Wet homologatie onderhands akkoord) geeft ook handvatten om zo’n proces van schuldverlichting in gang te zetten.”
Dit artikel is eerder verschenen in Bank | Wereld Online, een uitgifte van de Nederlandse Vereniging van Banken.