Pensioenfondsen stellen overstap naar nieuw stelsel uit
Het aantal pensioenfondsen dat per 1 januari 2025 de overstap waagt naar het nieuwe pensioenstelsel is behoorlijk gedaald. Dat blijkt uit een enquête van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De toezichthouders ondervragen pensioenfondsen elk kwartaal naar hun vorderingen rondom de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel.
Al met al hebben zeven fondsen hun transitieplan ingeleverd bij DNB. Van de overige 177 fondsen zijn er slechts drie voornemens om begin volgend jaar van systeem te wisselen. Halverwege 2025 willen nog eens vier fondsen de stap maken. In totaal zullen 14 fondsen volgend jaar de overstap wagen; een jaar geleden ging het nog om 25 pensioenfondsen.
Iets minder dan de helft van de pensioenfondsen (74) mikt nu op 2026 voor de transitie. Het aantal fondsen dat pas in 2027 wil instappen is ten opzichte van een half jaar geleden ruim verdubbeld: van 21 naar 44. Vijf fondsen laten het aankomen op de uiterlijke deadline van 1 januari 2028.
De toezichthouders verklaren de uitstellende houding van de pensioenfondsen aan de hand van de politieke onduidelijkheid van de afgelopen tijd. Zo speelde de NSC lange tijd met het idee om middels een deelnemersreferendum per fonds te besluiten of er wel of niet overgestapt werd. Een idee dat inmiddels van tafel lijkt; daar het niet meer in het regeerakkoord is terug te vinden.
Daarnaast zijn de toezichthouders zich bewust over de ingewikkelde administratie-ingreep die de transitie met zich meebrengt. Zo moet er een totaalbedrag van €1.500 miljard heringedeeld worden over de persoonlijke pensioenpotjes. Fondsen lijken geen fouten te willen maken, dus is volgens DNB en AFM logisch dat ze er hun tijd voor nemen.