ING onderzoek: Gebruik van social media stagneert

30 december 2014 Banken.nl 5 min. leestijd
Profiel
Meer nieuws over

Tussen 2012 en 2014 is het gebruik van social media door consumenten gestagneerd. Het gebruik van Facebook en Google+ neemt nog wel licht toe. Dat blijkt uit het #SMING14-onderzoek, uitgevoerd door Social Embassy en Insites Consulting in opdracht van ING. Dit is de derde keer dat ING de rol, de betrouwbaarheid en de impact van social media onderzoekt. Een overzicht van de resultaten:

1. Het gebruik van social media is gestagneerd, waarbij Facebook het meest gebruikte platform is. Er is weinig veranderd de afgelopen drie jaar in het Nederlandse social media landschap. Facebook werd in 2012 door 67% van de ondervraagden op wekelijkse basis gebruikt, tegen 71% in 2014. Daarnaast liet ook Google+ een stijging zien. Het gebruik van Twitter, YouTube en LinkedIn stagneerde.

Use of Social Media stagnating

2. Het gebruik van nieuwssites neemt af, al zijn deze sites net als voorgaande jaren nog steeds de meest gebruikte online platforms. Echter, in vergelijking met voorgaande jaren is er een daling te zien in het gebruik: in 2012 werd het door 63% van de ondervraagden wekelijks gebruikt; in 2013 door 56%, en in 2014 door 52%. Na nieuwswebsites wordt het vaakst gebruik gemaakt van websites van kranten (50%). De leeftijdsgroep 35-54 jaar maakt het meest frequent gebruik van deze nieuwsbronnen.

3. Nieuwsapps vormen tegenwoordig ook een steeds belangrijker onderdeel van nieuwsconsumptie. Eén op twee jongvolwassenen (18-34 jaar) maakt minimaal een keer per week gebruik van nieuwsapps. Bijna de helt van de Nederlandse consumenten maakt op maandelijks basis gebruik van een nieuwsapp op een smartphone of tablet, en 43% op wekelijkse basis. Jongvolwassenen maken vaker gebruik van de nieuwsapps (55%) dan de leeftijdscategorie 55+ (29%).

4. De consumptie van nieuws via online en social media websites is in vergelijking met vorig jaar stabiel. 66% van de respondenten komt wekelijks in aanraking met nieuws via online media, 58% via social media, en 27% van de ondervraagden komt nooit in aanraking met nieuws via social media. Voor online media is dit 18%.

5. Wat betrouwbaarheid betreft bieden sociale media de minst betrouwbare informatie over nieuws en huidige zaken. Achtergrondprogramma’s op televisie en kranten worden als het meest betrouwbaar gezien, gevolgd door nieuwsapps en online nieuwswebsites. Het vertrouwen van de respondenten in (traditionele) media is met een score van 4,9 op 7 niet erg hoog te noemen, en toont enig gebrek aan vertrouwen in de betrouwbaarheid van media. Nieuwsapps worden even betrouwbaar bevonden als traditionele media als televisie en radio. Opvallend is dat online media (4,3) als minder betrouwbaar gezien wordt dan nieuwsapps, wat verklaard kan worden doordat ook fora en reviewwebsites in de categorie online media vallen.

6. Hoe betrouwbaarder het medium, des te groter is de impact. Informatieve televisie, kranten, nieuwssites en –apps hebben de grootste impact. Net als in voorgaande jaren hebben televisieprogramma de meeste impact, gevolgd door kranten, websites van kranten en nieuwswebsites. Nieuwsapps scoren vergelijkbaar met nieuwswebsites en informatieve radiostations. Nieuws via informatieve televisieprogramma’s en kranten heeft 3,5 keer zoveel impact als nieuws via social media, al is dit verschil verkleind ten opzichte van vorig jaar toen het om 5 à 6 keer zo’n grote impact ging.

2014 Impact ranking

7. Op kennis, houding en gedrag hebben nieuwswebsites en nieuwsapps de grootse impact, al hebben net als vorig jaar alle media hierop impact. Nieuwswebsites hebben impact op de kennis (35%), houding (21%) en gedrag (18%) van consumenten. Een vergelijkbaar percentage geldt voor nieuwsapps, die qua betrouwbaarheid weinig onderdoen voor nieuwwebsites: 37% op kennis, 25% op houding en 22% op gedrag. De impact van nieuwsapps is groter op jongvolwassenen, voornamelijk omdat dit medium vaker door hen gebruikt wordt.

8. Eén op drie consumenten wordt door social media beïnvloed op zijn gedrag, en hoe frequenter er met nieuws in aanraking wordt gekomen via social media; hoe groter de impact op gedrag. Social media vergroot nieuwsgierigheid, delen, interpretatie en dialoog. 40% van de consumenten die regelmatig met nieuws in aanraking komt gebruikt doet meer met nieuws via social media. Social media zorgen ervoor dat mensen nieuws vaker volgen en er online (38%) en offline (42%) meer over praten.

9. Het soort medium beïnvloedt tevens de betrouwbaarheid en impact. Zo hebben tweets de minste impact, en zijn tevens het minst betrouwbaar. Twitter voorziet men dikwijls het vaakste van nieuws, maar is het meest vergankelijk wanneer meer feiten via andere kanalen opduiken. Dit medium ontbreekt het vaak aan content, wat het nieuws minder overtuigend en geloofwaardig maakt, en tevens afdoet aan de impact.

Social Media gebruik stagneert

10. Ook de zender maakt dat vertrouwdheid en impact al dan niet door de consument opgepakt worden. Tweets die de originele bron vermelden zijn bijvoorbeeld het meest betrouwbaar en hebben tevens de meeste impact. De afzender van de tweet kan de impact van het nieuws sterk beïnvloeden, waarbij een originele tweet of een retweet als het meest betrouwbaar gezien worden door de ondervraagden.

#SMING14
Het onderzoek onder consumenten naar de rol, betrouwbaarheid en impact van social media is uitgevoerd onder 1.510 consumenten. De respondenten vertegenwoordigen een representatief beeld van de Nederlandse samenleving, zowel qua geslacht als leeftijd. Het onderzoek is uitgevoerd door Social Embassy en Insites Consulting, in opdracht van ING.