BCG: Vrouwelijke beleggers ontevreden met adviseurs

19 juli 2010 Banken.nl 1 min. leestijd

Vrouwelijke beleggers vinden dat adviseurs grotere inspanningen moeten doen om aan hun wensen tegemoet te komen. Dat is de conclusie van een Amerikaanse enquête van adviesbureau Boston Consulting Group. Vele vrouwen hebben volgens de onderzoekers het gevoel dat vele adviseurs frustrerende stereotypes blijven hanteren, waardoor ze zich als een tweederangs-klant behandeld voelen. Uit de enquête blijkt dat 55 procent van de ondervraagde vrouwen van mening is dat adviseurs hun houding tegenover vrouwelijke beleggers moeten verbeteren. Er wordt aan toegevoegd dat de grootste frustraties worden opgemerkt bij vrouwelijke beleggers die een portefeuille tussen 1 miljoen dollar en 5 miljoen dollar ter beschikking hebben.

"Vele ondervraagden zeggen dat adviseurs ervan uitgaan dat vrouwen alleen maar geïnteresseerd zijn in beleggingen met een minimum aan risico," merkt Boston Consulting Group op. "Bovendien klagen veel vrouwelijke beleggers erover dat hen slechts een beperkte waaier beleggingskeuzes wordt voorgelegd. Anderen beklaagden zich erover dat ze slechts afgeslankte voorstellen van het standaard-aanbod kregen voorgelegd. In het algemeen wordt er opgeworpen dat vrouwelijke beleggers door adviseurs niet ernstig worden genomen. Bovendien wordt opgemerkt dat de adviseurs oppervlakkige strategieën hanteren om vrouwen te benaderen en velen voelen zich ronduit betutteld."

"Vrouwen hebben de indruk dat mannelijke beleggers meer aandacht en een beter advies krijgen en soms zelfs betere voorwaarden en projecten krijgen aangeboden," voeren de onderzoekers nog aan. Er wordt daarbij opgemerkt dat nochtans steeds meer vrouwen financieel een belangrijkere rol vervullen. Onder meer wordt erop gewezen dat vrouwen ongeveer 27 procent van de wereldwijde rijkdom controleren. Het gaat daarbij over een bedrag van ongeveer 20 triljoen dollar. In de Verenigde Staten zouden vrouwen elk jaar 8 procent meer rijkdom controleren. Die trend is onder meer te wijten aan de groeiende activiteit van vrouwen op de arbeidsmarkt, het verkleinen van de loonkloof en de langere levensverwachting. (MH)