Al 4.000 aanmeldingen voor gastlessen Bank voor de klas
Bijna 4.000 bankmedewerkers hebben zich al aangemeld om tijdens de Week van het geld gastlessen te verzorgen aan kinderen van groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs. Als gastdocent geeft de bankmedewerker samen met de leraar van de klas een les over de vele aspecten van geld en omgaan met geld. Van 14 t/m 18 maart 2016 vindt voor de zesde keer de Week van het geld plaats. Met de vorige editie werden in 4.500 gastlessen ongeveer 140.000 kinderen in het basisonderwijs bereikt.
Belang van financiële educatie is groot
Jongeren krijgen steeds meer financiële verantwoordelijkheid. Lenen begint vaak al vroeg, schulden vormen voor jongeren een toenemend probleem. Daarin moeten ze begeleid worden, aldus de Nederlandse Verenging van Banken. In de eerste plaats thuis, maar ook op school kan financiële educatie kinderen ondersteunen. Zo wordt de basis gelegd voor financiële zelfredzaamheid op latere leeftijd.
Impressie Bank voor de klas 2015
Ook vorig jaar gaven duizenden enthousiaste bankmedewerkers financiële gastlessen op basisscholen in heel Nederland. In 2015 waren het 4.500 bankmedewerkers die ruim 140.000 basisschoolleerlingen verzorgden. In onderstaande video een impressie van 2015.
Cash Quiz
De Cash Quiz staat centraal in de gastlessen. Leerlingen strijden in teams tegen elkaar en krijgen vragen over omgaan met geld. Een gastles duurt 90 minuten. Aanmelden als gastdocent doe je hier.
De leraar krijgt Cash Quiz na afloop cadeau, zodat hij of zij het spel nog eens met de klas kan spelen. De Cash Quiz is een actuele aanvulling op bestaand lesmateriaal en de klas kan het spel het hele schooljaar door gebruiken.
Effect gastlessen
Leerlingen in het basisonderwijs hebben baat bij de gastlessen die bankmedewerkers geven tijdens de Week van het geld. Dat blijkt uit een evaluatie die het Nibud en de Hogeschool Utrecht in mei 2014 uitvoerden naar het effect van de lessen. Al na één gastles wist tweederde van de leerlingen meer over geldzaken dan daarvoor. Voor de les beantwoordden leerlingen gemiddeld 54% van de vragen goed, na de les was dat percentage gestegen naar 65%.