Nederland lijdt onder stagnerende wereldeconomie
De groei van de Nederlandse economie zal naar verwachting afzwakken van 1,75% anno 2016 naar 1,5% in 2017. Dat blijkt uit het Economisch Kwartaalbericht van de Rabobank. Volgens de economen is de teruglopende groei het gevolg van tegenvallende groei van de wereldeconomie – vooral lagere economische groei in China en de VS en de negatieve gevolgen van de aanstaande Brexit hebben een grote impact.
Op verschillende plekken in de wereld zijn de economische omstandigheden onzeker of loopt economische groei terug als gevolg van onder meer (geopolitieke) onrust, twijfel over het gevoerde monetaire beleid en maatschappelijke ontwikkelingen. Zo vallen de groeicijfers van onder meer de Amerikaanse en Chinese economie, de twee grootste economieën ter wereld, tegen en krijgt de UK de komende tijd te maken met de negatieve gevolgen van het mogelijk aanstaande vertrek uit de EU.
Tot dusver leek de impact hiervan op de Nederlandse economie mee te vallen, maar hier lijkt het komende jaar verandering in te komen. Volgens berekeningen van de economen van de Rabobank in hun Economisch Kwartaalbericht, zal in 2017 de economische groei in Nederland licht vertragen en uitkomen op 1,5%. Voor dit jaar wordt nog een economische groei van 1,75% verwacht.
Vooral de tegenvallende economische groei in het Verenigd Koninkrijk en de VS hebben invloed op de Nederlandse economie. Hans Stegeman, hoofdeconoom Nederland van de Rabobank, vertelt: “Het Verenigd Koninkrijk en de VS behoren tot onze belangrijkste handelspartners. Bedroeg de groei van het uitvoervolume in 2015 nog 5%, dit en volgend jaar valt deze terug tot slechts 2,75%. Dat de waarde van de euro ten opzichte van vooral het pond een stuk hoger ligt dan in voorgaande jaren helpt ook niet echt.” In de exportsector worden de hardste klappen verwacht.
Als naar de binnenlandse ontwikkelingen wordt gekeken, zijn de vooruitzichten vooralsnog goed volgens de Rabobank-econoom: “Dit jaar dragen de private consumptie en de private investeringen fors bij aan de groei. Volgend jaar zal de consumptie waarschijnlijk nog wat harder groeien. De huidige lage inflatie is goed voor onze koopkracht.” Maar hoewel de lage inflatie goed is voor de koopkracht op korte termijn, is deze voor de economie als geheel geen goed voorteken. Stegeman licht toe: “Een lang laag blijvende inflatie duidt erop dat de Nederlandse economie, maar ook die van de eurozone als geheel, nog steeds kampt met structurele problemen. Nog steeds hoge huishoudschulden en bedrijven die relatief weinig investeren helpen de economie niet structureel vooruit. Voor dit jaar gaan wij uit van een gemiddelde inflatie van nul procent. In 2017 loopt die licht op naar 1%.” In tegenstelling tot sommige andere voorspellingen gaat de Rabobank dus niet uit van een deflatiescenario. “Toch blijft het inflatietempo laag en ruim onder de inflatiedoelstelling van de Europese Centrale Bank van 2%”, aldus Stegeman.
Op de arbeidsmarkt gaat het vooralsnog goed, vertelt Stegeman. De werkloosheid daalt nog steeds, maar zal in 2017 naar verwachting minder snel dalen dan in 2016. “We verwachten dat de toename van de werkgelegenheid in lijn met de beperktere economische groei in 2017 wat lager zal zijn dan dit jaar. Ook voorzien we dat het arbeidsaanbod toeneemt doordat mensen weer kansen zien op de arbeidsmarkt. Beide effecten matigen de daling van de werkloosheid, die naar verwachting in de loop van 2017 stagneert.” Zeker voor de langdurig werklozen in ons land is verder herstel van de arbeidsmarkt hard nodig, stelt Stegeman. “Sinds de crisis is het aantal langdurig werklozen sterk gestegen. Vooral de oudere groep werkenden, tussen de 45 en 75 jaar, heeft harde klappen gekregen na de crisis. Terwijl het aantal langdurig werklozen tussen de 25 en 45 de afgelopen twee jaar sterk is gedaald, blijft de groep 45-75 steken op een veel hoger niveau dan voor de crisis. Deels komt dit door beleidsmaatregelen als het verhogen van de AOW-leeftijd.”
Wereldwijd vooruitzicht
Voor 2017 verwachten de economen een lage wereldwijde economische groei van ongeveer 3%. Daarbij lijkt de kans op tegenvallers groter dan die op meevallers, vertelt Stegeman. “Dit komt onder meer door geopolitieke spanningen rondom de Zuid-Chinese zee, de komende presidentsverkiezingen in de VS, onrust in het Midden-Oosten, onduidelijkheid rondom het Brexit-traject, de vluchtelingencrisis in Europa en de wereldwijd groeiende twijfel over de effectiviteit van het huidige, onconventionele monetaire beleid zonder duidelijke exit-strategie.” Van de beleidsmakers zal waarschijnlijk op korte termijn weinig actie te verwachten zijn om de economische groei aan te jagen en deze risico’s in te dammen. “Komende verkiezingen in onder meer de VS en verschillende landen in de eurozone verkleinen immers de kans op effectief beleid”, concludeert hij.