Bij monde van huiseconoom Barbara Baarsma deed Rabobank vorige maand de oproep aan de samenleving om na te denken over een nieuw woord voor ‘duurzaam’. Veel mensen vinden dat duurzaamheid inmiddels te veel betekenissen heeft gekregen en niet altijd meer verwijst naar CO2-reductie, energietransitie of circulaire economie. Wat is het geworden?
Het woord ‘duurzaam’ wordt inderdaad te pas en te onpas gebruikt. Keramiek servies, wasbare luiers, vloerverwarming, met de fiets naar het werk, een juten boodschappentas. Het is een vrij diverse verzameling onderwerpen die allemaal onder de nummer duurzaam kunnen vallen, voor alles is immers een minder milieuvriendelijk alternatief. Maar heeft het ook altijd te maken met de grote thema’s CO2-reductie, energietransitie of circulaire economie? Wie lang genoeg zoekt zal altijd wel raakvlakken vinden, maar zeker is dat duurzaam een breed en rekbaar begrip is.
Te veel betekenissen
In haar oproep legt Baarsma nader uit waarom er een nieuw woord nodig is. “Er zijn meer mensen die vinden dat duurzaamheid te veel betekenissen heeft waardoor het een hol begrip is geworden dat geen richting geeft aan de noodzakelijke transities naar meer energiebesparing, minder CO2-uitstoot en meer circulair ondernemen”, aldus de directeur kennisontwikkeling van Rabobank. “Het woord ‘duur’ zorgt er bovendien voor dat mensen maar matig enthousiast worden van duurzaamheid. Omdat verduurzaming van onze economie erg belangrijk is, hebben we een term nodig die wel richting geeft en enthousiast maakt.”
Dat in het woord ‘duurzaam ook het woord ‘duur’ zit klopt wel. In de praktijk is duurzamer helaas vaak ook duurder. Alleen wat mensen vaak over het hoofd zien is dat het eigenlijk een investering is. Een dure grasmaaier die tien jaar meegaat is onderaan de streep bijvoorbeeld goedkoper dan om de paar jaar een nieuwe kopen omdat hij kapot of weggeroest is. Hetzelfde geldt over het algemeen voor duurdere kleren, duurdere meubels, duurdere telefoons en ga zo maar door. Het is echter begrijpelijk dat mensen die minder te besteden hebben toch vaak voor het goedkopere alternatief gaan.
De oproep van Baarsma leidde tot een stroom van inzendingen, waarvan ze er enkele uitlicht. Ecolair, een combi van economie, ecologisch en circulair. Goedzaam. Volhoudbaarheid, afkomstig uit het Afrikaans. Durabelle, mooi maar volgens Baarsma meer geschikt als naam voor een lingeriemerk. Rabobank heeft alle inzendingen verwerkt in een wordcloud, waarvan de meest vetgedrukte de meest in het oog springende zijn.
Uiteraard zijn er veel termen met daarin het woord ‘toekomst’ verwerkt. ‘Planetproof’ wordt het vaakst genoemd. Baarsma noemt het “een compact woord, met een eenduidige betekenis en het voelt ook een beetje als een werkwoord”. Het dekt de lading erg goed, maar volgens Banken.nl wel jammer dat het weer een Engelse term is en daar zijn er al zoveel van in de Nederlandse taal. Aan de andere kant is een internationaal woord misschien wel een mooie oplossing voor internationale uitdagingen en klinkt het toch wat beter dan bijvoorbeeld ‘dauerhaft’.
Aardlief
De uiteindelijk winnaar komt voort uit een bijeenkomst met de Raad van Kinderen, een organisatie van kinderen die met het bedrijfsleven meedenken over grote maatschappelijke thema’s. Een jongen genaamd Guus bedacht het woord ‘aardlief’ en volgens Baarsma is dat de perfecte aanvulling van onze taal op het woord ‘duurzaam’.